Grappig is dat, hoe je verbeelding op hol kan slaan. Toen we vertrokken naar ’the great outdoors’ waren we ‘bearproof’, zoals ons door iedereen was aangeraden. Alle ‘odors’ in dubbel afgesloten zakjes, een touw om je bagage mee op te hangen (aan de daarvoor bestemde paal) en we hebben ons zelfs tot bear spray laten verleiden.
Zingend en klappend lopen we heel bewust steeds dieper de wildernis in en begeven ons hoe langer hoe meer in ‘bear management area’. Met een ‘mammal guide’ in de hand (een kaart waarmee je voet-/knaag- en poepsporen kunt definieren) loop ik achter Erik aan, terwijl ik het pad afspeur op zoek naar grizzly activity. En als je maar lang genoeg blijft kijken staar je je helemaal blind, dus zie je ineens overal huge voetafdrukken en in de gekste vormen. Ik dacht op een gegeven moment: zouden hier ook gorilla’s zijn?
Heart lake ligt er lekker rustiek bij. We zien herten, roofvogels en slangen, maar verder is het gewoon stil. Tenminste….. Door het gekraak van onze rugzakken horen we niet wat er als een karavaan achter ons aantrekt: muggen, knutjes en steekvliegen. We lopen straf door, want stilstaan betekent opgegeten worden….dus toch nog.
De backcountry campgrounds in Yellowstone hebben cryptische namen als BR2 of FG4. Hoe de eerste van ons heet ben ik ff kwijt maar het mag de naam campground ook nauwelijks hebben. Er is een firepit, een dwarsbalk op 10 feet hoogte om je voedsel aan op te hangen en een pit toilet, een gat in de grond met een deksel erop. Maar het maakt niet uit. We emmeren wat over de plek van de tent en maken pasta op een noodbrandertje. De nacht verloopt bij mij (erik) redelijk rustig maar annemet is nogal bezig met de beren. Maar ze komen niet.
De tweede dag is een zware. Niet zozeer qua miles maar we moeten 6 keer een rivier oversteken. En dan hebben we steeds de keuze tussen schoenen uitdoen en pijn lijden aan de blote voeten, of aanhouden met grote kans op natte voeten in de mijlen daarna. Maar het lukt allemaal en ook de tweede campground bereiken we zonder veel problemen. Ook deze ligt aan Heart Lake, maar dan helemaal aan de andere kant. De zonsondergangen hier zijn dan ook prachtig.
Dag drie lopen we terug naar de trailhead waar onze auto geparkeerd staat. Het is een lange klim naar boven maar toch zijn we rond de middag terug. We snakken naar water want de stroompjes die we onderweg tegenkwamen bleken allemaal gevoed te worden door een hete bron, dus we kunnen het niet gebruiken. Bij de trailhead laten we ons op de foto zetten, iets waar we niet zo vaak aan denken. Ben benieuwd of de inspanning overkomt.
We rijden terug richting het noorden voor een warme douche en hopelijk een plek op Grant Village campground. Maar helaas, alles is vol. Ook wachten blijkt geen soelaas te bieden. 17 mijl noordelijker in Canyon proberen we het opnieuw, maar ook daar is geen plek. Ik voel me net Jesus met een zwangere Maria. Na wat heen en weer overleg besluiten we te kijken of er een lodge vrij is. Dat blijkt wel het geval, en als we daar aankomen en de twee heerlijke bedjes zien voelt het als een wijs besluit.
[geo_mashup_map]