Vandaag dan toch: de berg op. Angel’s landing, een 4 uur durende tocht volgens de standaard informatie, en je moet geen hoogtevrees hebben. In  een half uur rennen we weer naar boven tot het punt waar het smal wordt en kettingen je verder naar de top begeleiden. Erik is in de hemel. Klimmen en klauteren: ” da’s leuk ” grijnst hij van oor tot oor. Ik volg een beetje minder gelukkig. Stamp wel redelijk goed door, maar de fun goes away. Aan weerszijden zie ik een afgrond (900 feet aan de ene kant en 1200 aan de andere kant) terwijl ik een beetje aan die ketting heen en weer wiebel. Erik hopt vrolijk verder. Met een camera in de hand maakt hij ook nog een filmreportage. Het is mooi te zien hoe gemakkelijk en steady hij naar boven klimt.

Na een stukje over een schuine 50 cm brede steen te zijn geklommen kijk ik naar boven en zie nog een flinke weg te gaan. De steen waarop ik me dan bevind heeft een aangenaam kuiltje en ik ga zitten. Erik gaat voor de top en ik besluit om te keren. Op dat moment is er niemand die heen of terugkomt, langs me heen, en ik moet ernstig plassen dus doe ik een poging terug te klimmen. Halverwege die scheve 50 cm steen zak ik naar beneden. Het wil gewoon niet meer. Een maffe gewaarwording en op de een of andere manier weet ik het aangename kuiltje weer terug te vinden. Daar zit ik dan, op een soort richel, midden in de zon, met een blaas die op knappen staat, te wachten op een passant die me mee terug kan nemen. Die komt na een tiijdje en zodra ik de focus heb van iemand voor me, is er geen probleem. Erik is al bijna boven. Ik zie zijn filmpje terug als hij weer beneden is. Het is ongelofelijk hoe snel hij iedereen achter zich laat en op de smalste stukken hop hop helemaal in zijn element lijkt. Stralend komt hij de top afgehuppeld, alsof het niets is. Ik ren verder met hem naar beneden. In totaal heeft dit uitstapje twee uur geduurd. Erik heeft het alweer over een andere hike die we nog wel kunnen doen: hidden canyon. Zijn kinderlijke enthousiasme is aanstekelijk, toch neem ik de shuttle terug naar de camping. Ga’k de was uitzoeken en de auto opruimen, terwijl Erik in twee volgende uren een nieuwe berg trotseert.

ERIK: Ik wil nog wel een kleine aanvulling doen op dit mooie verslag van mijn liefje. De klim naar Angels Landing viel inderdaad wel mee, en was alleen maar erg leuk. Raar is dat toch hoe sommige mensen volkomen verkrampen als er een steil pad naar boven is, en anderen alleen maar meer in hun element komen. Ik denk wel eens dat ik in een ander leven een berggeit was, zo makkelijk gaat het soms. Ik ben ook helemaal niet bezig met die afgrond. Het is gewoon zaak het pad te blijven volgen. Zolang je dat doet maakt het niet uit of het 15 of 500 meter naar beneden is.
Hidden Canyon was vooral zo leuk omdat ie ‘hidden’ was. Je kunt naar het begin van de canyon lopen (overigens wel via een erg mooi pad waar ik ook nog eens flink langs kettingen moest lopen om niet de diepte in te donderen) en dan omkeren. Dat doet dan ook vrijwel iedereen op dit toch al weinig gelopen pad. Maar als dat pad op houdt begint de fun pas. Het is namelijk een canyon waar in het voorjaar een flinke stroom water doorheen knalt, dus het ligt daar  helemaal vol met boulders en boomstammen. En daar mag je dan overheen klimmen 😉 Ik volg die canyon ongeveer een uur upstream, waarbij het steeds moeilijker wordt om over de volgende richel heen te komen. Dan zit ik een tijdje, en geniet van de rust. Hier is echt helemaal niemand. Een heel verschil met de drukte op het pad naar Angels Landing. Op de terugweg kom ik 2 jongens tegen die me vragen hoever je erin kan lopen. Geen idee, is mijn antwoord. As long as your body says you can. Zoiets.
Een erg bijzondere ervaring en een extra verdieping van de beleving van dit mooie park. Jammer dat Annemet niet mee was, maar het was achteraf ook niets voor haar. Gelukkig zijn er genoeg andere dingen om samen van te genieten. We hebben de erg lange trail naar Observation Point of die naar de Kolob Arch bijvoorbeeld nog niet gedaan. Maar das voor een andere vakantie.