Het moet voor veel Zeeuwen frustrerend zijn geweest dat hun ‘slag’ een stuk minder bekend is dan die bij Arnhem. Operation Market Garden kent iedereen maar de Slag om de Schelde? Geen idee zullen velen zeggen. Deze film doet een dappere en ook wel geslaagde poging om dat euvel te verhelpen.

Tegelijk met die in Arnhem werd in de Scheldemond in Zeeland een strijd gevoerd om de haven van Antwerpen bereikbaar te houden voor geallieerde schepen. Paula van der Oest schreef het scenario waarin drie adolescenten centraal staan: Teun (die in het stadhuis van Vlissingen werkt), de Britse piloot William en soldaat Marinus (een Nederlander die vrijwillig voor het Duitse leger vecht). Door de ongelooflijke omstandigheden worden Teun en William gedwongen om cruciale keuzes te maken in hun jonge leven. Die twee scenario’s zijn nogal bekend uit de cinema. Die van Marinus is dat niet. Maar het wordt nooit echt duidelijk waarom hij voor Duitsland vecht. Dat die keuze onder druk komt te staan is logisch. Hij is een gewone jongen op een ongewone plek, een pion die van het ene strijdperk naar het andere wordt gestuurd.

Door voortdurend te wisselen tussen deze personages en een rijke supporting cast, blijft de film echter toch boeien. Regisseur Matthijs van Heiningen en scenarist Van der Oest strooien met cliffhangers en verhaallijnen waardoor je uit een scene wordt gerukt om er later weer naar terug te keren. Dat spelen met personages en tijdlijnen is ook functioneel omdat je daarmee goed kunt laten zien hoe complex de coördinatie van een grootscheepse aanval als deze is. Een aanval waarin timing minstens zo belangrijk was als het materiaal. Door de perspectieven van de geallieerden, de Duitsers en het verzet te laten zien, is de film nooit zwart-wit. Zo werkt de vader van Teuntje samen met de Duitsers en doet bij hen een (vergeefse) poging zijn zoon vrij te krijgen.

Wat De slag om de Schelde sterk maakt, is het totaal achterwege blijven van heroïek. Oorlog is vreselijk en geen plek voor romantiek of borstklopperij. De personages zijn hier echt bang, hebben echt pijn en zijn vooral bezig met overleven onder het juk van de nazi’s. De slag zelf komt laat in de film en voelt bijna als een epiloog.