Mijn eerste instinct was om de plaats waar dit vierde seizoen zich afspeelt op te zoeken. Maar Ennis, Alaska, is fictief. Het staat symbool voor al die kleine afgelegen gemeenschappen waar mensen op zichzelf zijn aangewezen, strijdend tegen de elementen en ook tegen elkaar. Het is een plek die buiten de tijd lijkt te bestaan, als een vagevuur aan het einde van de wereld. Geloof kan hier dan veel doen, ook geloof in het bovennatuurlijke. Dat bovennatuurlijke speelt sowieso een duidelijke rol in alle seizoenen van True Detective, maar hier nog meer. Regisseur Issa Lopez zei in een interview dat John Carpenter’s The Thing, het Overlook Hotel uit The Shining en het ruimteschip Nostromo uit Alien inspiratiebronnen waren. Die bronnen herken ik ook en de verwijzingen tonen aan dat dit vierde seizoen zich nog meer richting horror beweegt dan de voorgaande drie.

Ook hier gaat het om twee politie-agenten die een serie bizarre incidenten moeten onderzoeken. In dit geval de dood van (bijna) alle wetenschappers van een onderzoeksinstituut die naakt op het ijs gevonden worden. In het instituut wordt een afgesneden tong gevonden van een inheemse vrouw die een tijd daarvoor ineens was verdwenen. De zaken zijn aan elkaar gelinkt en het is aan politiechef Liz Danvers (Jodie Foster) en agent Evangeline Navarro (Kali Reis) om het op te lossen. Navarro is ook inheems en voelt een sterke persoonlijke betrokkenheid. Danvers is een witte verbitterde vrouw die er echter niets van moet hebben en elke zaak zo nuchter mogelijk bekijkt. Maar omdat haar stiefdochter ook inheems is, is die ideeenwereld altijd aanwezig op de achtergrond.

Geweldige rol van Jodie Foster die wel raad weet met haar personage. Liz Danvers was ooit een veelbelovende rechercheur die naar deze afgelegen plek is verbannen door haar meerderen. Daar is ze nooit echt overheen gekomen en dat mag iedereen weten. Ze benadert verdachten maar ook collega’s en andere bekenden met een ‘fuck you’-lach en een sneer en verlaat zelden een kamer zonder minstens één persoon beledigd of boos achter te laten. Het is een vorm van zelfverdediging waarmee ze wil voorkomen dat iemand haar pijn doet. Evangeline Navarro heeft haar boosheid ingekapseld. Ze verloor haar moeder aan een geestesziekte en vreest dat haar zus dezelfde kant opgaat. Als vrouw en inheemse weet ze dat ze kwetsbaar is en de latente woede en uitputting die in haar zitten, dreigen altijd aan de oppervlakte te komen.

Night Country heeft veel van de kenmerken van de eerdere seizoenen behouden: twee agenten die in disbalans zijn, de occulte sfeer en de gruwelijke manier waarop slachtoffers aan hun einde komen. Deze keer wordt het verhaal echter lineair verteld in de loop van één week in plaats van terug en vooruit te springen in de tijd en zijn er geen interviews met personages die dienen als omlijsting. Dat biedt ruimte om een grotere cast van personages te introduceren die elk op hun eigen manier om moeten gaan met de 30 dagen nacht in december en de bizarre gebeurtenissen. Met onder andere een opvallende rol van Christopher Eccleston, de Brit die ik al volg sinds Shallow Grave (1994) en Our Friends in the North (1996). Ook ditmaal is er die balans tussen een spannend genrestuk en een filosofisch drama, een balanceeract die True Detective echt bijzonder maakt.