Samuel Fuller was al in de nadagen van zijn carrière toen hij er nog een laatste tour de force uitperste. Controversieel waren zijn films vrijwel altijd, en bij White Dog is dat niet anders. Een jonge actrice rijdt op een avond een hond aan. Ze laat hem oplappen bij de dierenarts en brengt hem mee naar huis. Ze doet een oproep naar de eigenaar maar als die niet op komt dagen besluit ze de hond te houden en hun band versterkt zich. Als de hond op een dag de benen neemt valt hij een man aan. Een zwarte man. De witte Duitse herder blijkt een ‘white dog’ te zijn, een hond die specifiek getraind is om zwarte mensen aan te vallen. En het blijft dan ook niet bij dat ene geval. Tegen de adviezen in om hem af te maken zoekt ze hulp bij een (zwarte) dierentrainer. Die neemt de uitdaging aan om de hond te genezen.
Als studie naar de strijd tussen goed en kwaad en naar (aangeleerd) racisme is White Dog niet bepaald subtiel. Fuller benadrukt zijn punten met alle technieken die film biedt. Maar het beeld van de aanstormende hond met opengesperde bek vol blikkerende tanden is superkrachtig. Cameraman Bruce Surtees kruipt dicht op de vacht van het dier en weet zowel de liefde als de haat ervan over te brengen. Echt zo’n waarvan je nog even moet herstellen. Fascinerend. Prachtige soundtrack ook van Ennio Morricone.
De film leed aan hetzelfde responsparadox als Paul Verhoevens Starship Troopers, 15 jaar later. Fuller wilde een film maken over het impliciete (en expliciete) racisme in de samenleving, en werd vervolgens beschuldigd van het gedrag dat hij juist aan de kaak wilde stellen. Bij Verhoeven gebeurde hetzelfde, maar zijn onderwerp was fascisme.