Ik zag Ben-Hur (de versie uit 1959) voor het eerst toen ik 13 was. Ik zat op het gymnasium en voor de eerste en tweedeklassers werd een filmliga georganiseerd. Zes weken op rij zagen we op vrijdagmiddag een film in de Bio Vink, de inmiddels ter ziele gegane plaatselijke bioscoop in Deurne. Het St. Willibrord was een christelijk gymnasium, dus deze film past daar wel bij. Dachten de organisatoren. Dat bleek een misvatting. Tijdens het kijken werd ik omringd door geeuwende, klierende, lachende en baldadige scholieren die totaal niet geboeid waren door dit ruim 3 uur durende epos. Maar ik wel. Ademloos zat ik te kijken en achteraf zou dat moment wel eens beslissend kunnen zijn voor mijn verslaving.
Inmiddels heb ik Ben-Hur minstens 5-6 keer gezien en de film zal dan ook nooit meer de impact hebben die hij toen had. Maar indrukwekkend blijft het. Uiteraard zie ik nu ook beter wat er allemaal mis is. Vooral het sentimentele deel rond moeder Miriam en zus Tirzah is vaak wat teveel van het goede. Maar het centrale conflict tussen de twee voormalige boezemvrienden Judah en Messala die nu aartsvijanden zijn, blijft ijzersterk. En de actiescènes, aangevoerd door de fantastische paardenrace, blijven recht overeind staan
Overigens zag ik m dit keer verdeeld over 2 avonden, compleet met de ouverture en de intermission (entr’acte).