Ik heb John McEnroe altijd verreweg de interessantste tennisser gevonden maar deze film maakt een duidelijk statement dat Bjorn Borg niet de saaie robot is waarvoor hij zo vaak is versleten. Sterker nog, in zijn jonge jaren was hij net zo’n heethoofd als McEnroe. Hij wordt zelfs uit de jeugdcompetitie geschopt, maar dan neemt Lennart Bergelin (Stellan Skarsgård), coach van het Zweedse Davis Cup-team, hem onder zijn hoede en leert hem langzaam alle emoties uit zijn spel te halen. Hij wordt het ijskonijn, een speler die nooit iets laat zien van zijn emoties, en wint alles wat er te winnen valt. Maar dan wordt het 1980 en John McEnroe staat klaar om de troon over te nemen.

Borg en McEnroe speelden 14 wedstrijden tegen elkaar, van 1978 tot 1981. Vergelijk dat met de meer dan 50 keer van Nadal en Djokovic. En toch vormen die 14 keer een van de grootste en nog steeds spraakmakende rivaliteiten in de geschiedenis van de sport. Borg mocht, na een superintense wedstrijd, nog 1 keer winnen op Wimbledon. Maar nadat McEnroe hem in 1981 versloeg en dat ook op de US Open deed, was het afgelopen. Borg stopte met tennis. Hij was 25. McEnroe was de nieuwe nummer 1 maar het voelde als een Pyrhus overwinning nu hij niet meer tegen zijn grootste rivaal kon spelen.

In film kun je dingen laten zien die normaal verborgen blijven, zoals het persoonlijke leven van Borg of de twijfels van McEnroe. Dat doen ze hier goed en ik denk dat het zeker voor Borg de enige manier was. Borg vs. McEnroe gaat ook vooral over de Zweed en de enorme druk die op hem stond om in 1980 zijn vijfde opeenvolgende Wimbledon titel te winnen. John mag hier opdraven als de tierende troonopvolger. Tennis gaat over rivaliteit, over botsende persoonlijkheden, over celebrities. En dat is mooi om naar te kijken Zeker in die tijd met andere enfant terribles als Jimmy Connors, Vitas Gerulaitis en Ile Nastase in de achtergrond. Toch vind ik een docu over het leven van een tennisser eigenlijk interessanter.