Michael Peterson (Tom Hardy), een ruwe ongepolijste krachtpatser, heeft nogal wat moeite met gezag en mist ergens een gen waarmee ‘normale mensen’ tot sociaal gedrag in staat zijn. Hij verdwijnt al op jonge leeftijd in de gevangenis, na een uit de hand gelopen roofoverval. Niet dat hij daar erg mee zit. Voor hem is zijn cel een hotelkamer waarin hij af en toe gasten ontvangt in de vorm van een leger tot de tanden bewapende bewakers die hem wat manieren willen bijbrengen. Voor Michael vormden deze bezoekjes een fijne aanleiding zijn vechttechnieken weer wat te oefenen, en hij ziet de bewakers als ideale sparring partners. Uiteraard delft hij steeds het onderspit, maar niet voordat er minstens twee van zijn opponenten hevig bloedend het pand verlaten. Peterson neemt de bijnaam Charles Bronson aan, naar de acteur met dezelfde naam die ook een reputatie van ‘eerst vechten, dan praten’ had. Hoewel hij eerder een boos dan een slecht man is, vormen de vele vechtpartijen voldoende reden zijn eenzame opsluiting steeds te verlengen. Uiteindelijk verblijft Bronson 34 jaar in de gevangenis, waarvan 30 jaar alleen. Het is nauwelijks te bevatten.

Nicolas Winding Refn weet beide kanten van Bronsons medaille te tonen, zonder een oordeel op te dringen. De man is een stuk tuig van de richel waar inderdaad niets anders mee aan te vangen valt dan hem eenzaam op te sluiten. Maar hij is ook een kwetsbare en intelligente jongen die door zijn ervaringen nooit de kans heeft gehad emotioneel volwassen te worden. Dat hij later in zijn gevangeniscarrière romans en poëzie is gaan schrijven en zich op de schilderkunst heeft gestort, getuigen van zijn uiteindelijke groei.

Refn hint subtiel op de mogelijkheid dat Petersons leven heel anders had kunnen lopen als hij wat eerder zijn artistieke kanten had kunnen onderzoeken. Of genoot hij zo van het afrossen van tegenstanders dat geen enkele hobby daar tegenop kan? Hoewel we al zijn kanten te zien krijgen (Bronson is niet alleen zeer gewelddadig, maar ook erg grappig, kwetsbaar en sluw), blijft de man een raadsel. Tom Hardy is fantastisch in de titelrol (die doet denken aan die van Eric Bana in Chopper) en Refn maakt creatief gebruik van kleuren, close-ups en theatrale effecten. Een wonderlijke maar vermakelijke film over een nog wonderlijker en vermakelijker man.