Twee dingen, nee eigenlijk drie. Het is onze laatste dag in Las Vegas, en eigenlijk weten we niet goed meer wat we hier nog doen. Dus wat doe je dan: shopping malls in. Je hebt ze in vele soorten en maten, en vooral met allerlei sjieke merken. Het leuke is dat je er overal naar excentrieke wc’s kan, en als je wilt kun je daar dan ook nog een tijdje op een sofa zitten wachten. (Erik is daar goed in 😉 Maar hoe komt het toch dat een preuts land als Amerika geen enkele wc-deur heeft die goed afsluit. Hang je boven zo’n pot, kun je het hele reilen en zeilen bij de wasbak volgen via een uitgebreide spleet. En andersom is dat uiteraard ook het geval. In de woestijn vind ik dat prima. Maar in Caesar’s Palace? Zal wel weer iets met safety te maken hebben. Je kiest je pot dus zorgvuldig uit, in het meest afgelegen hoekje.

Het is lekkerder in zo’n centrum dan buiten, want buiten komt acuut zo’n kleverige warmte je tegemoet, dat je al snel strijd met je medemens om elk ieniemienie plekje in de schaduw. Geeft wel grappige vormen op de stoep: al die mensen die op dat ene strookje schaduw van een lantaarnpaal op de bus staan te wachten.

En binnen is ook iets mafs aan de hand, want in elke winkel die je nietsvermoedend binnenloopt word je direct persoonlijk begroet met zinnen als: hi, my name is…where are you from? Ook als je duidelijk met iets anders bezig bent, of als we met elkaar in gesprek zijn, komen ze er gewoon tussen. En als wij ons dan ook netjes gaan voorstellen en vertellen wat we tot nu toe hebben meegemaakt (weer: Erik is daar heel goed in), dan duurt het al snel te lang, maar ze blijven lachen. Heel apart.

Nou ja, dat was het, drie dingen, wc’s, schaduw en een overkill aan service. En o,ja, we zijn in nog een roller coaster geweest. 28 dollar voor de hele dag (dus we kunnen afwisselen) in de Sahara. Word je ineens gelanceerd, erg leuk.
Ennn….: Fremont Street: het oude deel van Sin City, met een enorme overkoepeling waarop ge-VJ-ed wordt. Cool.