Guess what: we gaan wandelen. Een teenslipperroute want m’n teen is zielig. Echt erg zielig. De nagel is naar voren gaan staan, en het gedeelte onder de nagel is rood opgezwollen. Ik ben als de dood dat ik ‘m ergens tegenaan ga stoten, en dat scenario popt telkens weer op in mijn hoofd. Het loopje dat ik daarom ontwikkel is een beetje sillywalk: met 1 been doe ik telkens alsof ik een hoge stoep op moet. Het werkt, de dag verloopt zonder dat het scenario in werking treedt. Een heerlijke wandeling door zoveel tinten groen, overal innige ontmoetingen/ verstrengelingen tussen boom en rots, grijs gebrande bomen tegen de steile bergketens en niemand die we tegenkomen. Het bos lijkt zo leeg, maar bij elke stap die we zetten ritselt er wel ergens iets vandaan of naartoe. Zo leeg, en tegelijkertijd zo vol leven. Alsof je na een voorstelling het toneeldecor betreedt, terwijl het publiek nog naar je zit te kijken. Zoiets, nou ja, je dwaalt ook een beetje af zo’n week.
Het is nog altijd heel heet, dus hebben we weer heerlijk gezwommen. De rivier is overal anders en een volgende keer wil ik op zo’n autoband de stroom afdalen.
Al dagen verheug ik me op een all american fenomeen: het ‘all-you-can-eat buffet’. And so we did. Eindelijk weer groente, en LEKKER!!
Tis dat we morgen weer verder moeten, anders had ik het wel geweten voor de komende 6 weken 😉
PS WE zitten in twee schommelstoelen bij het houten community centre. De enige twee schommelstoelen op de hele veranda. ‘You got the best seats in the house’ zegt elke voorbijganger. Voelt ook goed 😉