En dan was er nog die andere dubbelgangerfilm van 2014. The Double deelt wat elementen met Enemy, de ander als betere/socialere/geslaagdere versie van jezelf bijvoorbeeld, maar is toch een heel andere film. Deze bewerking van een verhaal van Fjodor Dostojevski is veel romantischer maar in zekere zin net zo donker.
Simon James (Jesse Eisenberg) is een teruggetrokken nietszeggend type dat in een Kafkaeske wereld leeft en werkt. Tijd en plaats zijn volstrekt onduidelijk. Privacy is ver te zoeken, net als logica, en het meisje van zijn dromen is al net zo alleen als hijzelf. Zijn naam vergeten mensen direct en hij maakt volstrekt geen indruk, op niemand. Enter James Simon (ook Eisenberg uiteraard, dat kan prima met de stand van de techniek), een geslaagd figuur dat in alles tegengesteld is aan SJ. JS kan het meisje wel krijgen, JS is wel succesvol op het werk (al heeft hij SJ als souffleur nodig) en JS wordt wel gewaardeerd door de Kolonel, de baas van dit vreemde, door data gedreven, rijk.
Zo is alles gespiegeld en gedubbeld in deze film. Feit en fictie lopen voortdurend door elkaar, tijd is vloeibaar, dromen zijn maakbaar. The Double is een heerlijke zwarte komedie die qua verbeelding van die absurde wereld doet denken aan Terry Gilliam’s Brazil, Orson Welles’ versie van Kafka’s The Trial (met Anthony Perkins) en de bewerking van George Orwell’s 1984. Eisenberg is erg sterk als zowel de timide SJ en als de van zelfvertrouwen overlopende JS. Hij bewijst opnieuw wat een veelzijdig acteur hij is achter wiens immer getroubleerde blik meer zit dan ‘meets the eye‘.