Ik had het in War Horse over het verschil tussen Martin Scorsese en Steven Spielberg, maar er blijken nu toch ook ineens overeenkomsten. Het is dat ik beter weet maar Hugo zou zomaar door Spielberg gemaakt kunnen zijn. In de hang naar en idealisering van het verleden, de prominente plek voor kinderen en familiebanden en een algemene neiging tot sentimentele scenes zou dit alles zo uit de koker van Steven gerold kunnen zijn.
Maar het is dus een film van de misdaadmeester en zelfverklaard cinema-nerd Martin Scorsese. Hoewel dus verrassend door de genoemde thema’s vond ik de film toch tegenvallen. Uiteraard ziet Hugo er schitterend uit en Scorsese weet als geen ander inventief om te gaan met de technische mogelijkheden zonder het menselijk aspect uit het oog te verliezen. Het deel waarin zijn liefde voor film het sterkst tot uiting komt, de hommage aan de pionier van de fantastische cinema Georges Méliès, is veruit het beste deel van Hugo. Maar het centrale deel rond Hugo Cabret en Isabelle (die om een of andere reden steeds met moeilijke woorden strooit), vader Cabret, oom Claude, Monsieur Labisse (wat doet Christopher Lee toch hier?), Monsieur Frick, Madame Emilie en de voortdurend rondzwalkende en schmierende Station Inspector, was rommelig, slecht geschreven en sentimenteel. Het is een familiefilm zoals dit zo mooi heet, en wie weet had het anders uitgepakt als ik met neefjes en nichtjes in de bios had gezeten. Voor nu denk ik: op naar een nieuw seizoen van Boardwalk Empire en The Wolf of Wall Street, de al aangekondige verfilming van corporate banker Jordan Belforts autobiografie.