Ik was zaterdag in EYE voor de speciale wintereditie van Imagine. De eerste (What we do in the shadows) en laatste (Kundo: Age of Rampant) heb ik gemist, maar met 5 prima films was dit toch een heel geslaagde dag. Voor WWDITS kan ik herkansen trouwens, vanaf 18 december. Dat is nodig ook, gezien de publieksscore.

Ik heb gezien:

I Origins

(Mike Cahill, VS 2014)
PHD-student en wetenschapper Ian Gray gaat twijfelen aan zijn theoretische kader als hij geconfronteerd wordt met toevalligheden en verbindingen die niet te verklaren zijn. Uiteindelijk kan hij zelfs het bestaan van reïncarnatie niet meer uitsluiten. De I uit de titel is het oog waarnaar hij onderzoek doet. Ogen moet ik zeggen, talloze ogen. Alleen al het in beeld brengen van al die verschillende paren maakt deze film de moeite waard. Cahill weet een gev0el van verwondering te creëren waarbij je als kijker veel ruimte krijgt om je eigen conclusies te trekken. Een bijzondere film die heel consequent is in zijn thematiek. De verwijzingen naar ogen zitten overal, of het nou om de technische kant gaat (bv in irispatronen, de brillen die de wetenschappers dragen, een fototoestel) of om de spirituele (bv de Horushanger van Kate), waardoor je helemaal op kunt gaan in de zoektocht van Gray.

The Voices

(Marjane Satrapi, VS 2014)
In deze horrorcomedie heeft Jerry nogal moeite om vrienden te maken in het industriestadje Milton. Gelukkig heeft hij een kat en een hond om mee te praten. Jerry heeft een nogal traumatische jeugd gehad en is daardoor een beetje labiel. Tegelijk grijnst hij voortdurend en is in feite een prima jongen. Hij is al een tijdje stopt met zijn medicijnen en dat gaat zijn tol eisen. Als hij min of meer per ongeluk en aangespoord door zijn kat zijn mooie collega Fiona om zeep helpt, gaat het van kwaad tot erger. The Voices doet denken het werk van Tim Burton en Jean-Pierre Jeunet en is dan ook niet heel origineel. Het script lag, zo heb ik begrepen, op de stapel ‘onverfilmbaar’ in Hollywood, vanwege de morbide kanten. Maar dat valt alleszins mee. De film is wel echt grappig en heeft met Ryan Reynolds, die nogal buiten zijn comfort zone zit, een sterke hoofdrol. Prachtige eindcredits ook.

The Texas Chainsaw Massacre 4K

(Tobe Hooper, VS 1974)
Deze klassieker is opgepoetst en terug te zien op het grote scherm. Ik heb m al diverse malen mogen ondergaan (zo kun je het wel noemen) maar hij blijft onweerstaanbaar. Een grandioos grand guignol waarin een groep tieners in de Texaanse hel belandt in de vorm van een compleet gestoorde familie. Deze film is zo intens dat je soms echt achteruitdeinst en de neiging hebt je oren en ogen dicht te houden.

In Order of Disappearance

(Hans Petter Moland, Noorwegen 2014)
Brave ‘burger van het jaar’ Nils Dickman is sneeuwruimer in een afgelegen dorp in Noorwegen. Hij is net getooid met zijn eretitel en maakt zich op voor een mooi jaar. Maar dan hoort hij dat zijn zoon is aangetroffen met een overdosis heroine in zijn lijf. Nils gelooft er niet in, zijn zoon was niet verslaafd, en gaat op onderzoek uit. Eigenhandig werkt hij zich door de rangen heen van de criminele bende die er verantwoordelijk voor is. Hij slaagt erin om de schuld van de doden in de schoenen van een concurrerende bende Serven te schuiven en dan loopt het pas echt uit de hand. Dat de Scandinaviers wel raad weten met moord, doodslag en gruwelijkheden in de sneeuw hebben ze de afgelopen jaren wel bewezen. De film doet ook denken aan Fargo van de gebroeders Coen en ook het thema van de beginnende/onervaren wraakengel is al vele malen gebruikt (onlangs bv nog in Blue Ruin en Sightseers). In die zin voegt In Order of Disappearance weinig toe. Maar het werkt wel en met sterke acteurs als Stellan Skarsgaard, Bruno Ganz en Pål Sverre Hagen (die ik ken uit Troubled Water, waarin een veel meer timide rol had) is er veel te genieten.

Cold in July

(Jim Mickle, VS 2014)
Michael C Hall is hier ver verwijderd van de amaibele maar ook psychopatische serial killer in Dexter. Hij is familieman Richard Dane, die met een matje in de nek en een snor in een slaperig Texaans stadje, anno 1989, als zelfstandig lijstenmaker werkt. Als hij op een nacht gewekt wordt door zijn vrouw die in een geluid hoort in de kamer, gaat hij er trillend op af. Met een vers geladen pistool in de hand en eigenlijk geen idee hoe dat te gebruiken. Als het af gaat en hij de indringer doodt lijkt alles al snel in kannen en kruiken. Het was immers zelfverdediging. Maar als de vader (Sam Shepard) van het slachtoffer verhaal komt halen gaat langzaam alles schuiven. Cold in July gooit alle genres door elkaar in een potpourri van thriller, wraakfilm, buddy movie en neo noir, maar regisseur Jim Mickle verliest de grip op de plot niet. Nou ja, bijna niet. Hij heeft moeite om er een eind te breien. Het deel waarin Dane, vader Russell en private detective Jim Bob (Don Johnson in overdrive) de zaak op gaat lossen, duurt te lang. Niettemin, een originele en eigenzinnige thriller met fijne jaren 80 muziek (Tangerine Dream en John Carpenter zijn de referenties).