Donderdag t/m zondag is het weer Camera Japan, het festival over de Japanse cultuur dat elk jaar in LantarenVenster wordt gehouden. Ik ga een stuk of 10 films zien schat ik. Om op te warmen kijk ik vast naar deze mooie documentaire over een 85-jarige sushichef die van geen ophouden weet.
Jiro maakt sushi. Al zo’n 60 jaar. Hij leeft voor sushi en raakt behoorlijk van slag als hij eens een dag wat anders moet doen. Zijn zoons zijn door hem met zachte hand in dezelfde richting geduwd, al moet zijn oudste (als een Japanse prince Charles) nog steeds wachten op een troonsopvolging in zijn vaders restaurant. Dat restaurant heeft 3 Michelinsterren maar de gasten krijgen wat Jiro ze voorzet, krijgen geen appetizers en moeten buiten naar de wc. Zijn prijzen starten bij 30.000 yen maar dat hebben de gasten er graag voor over. Jiro’s sushi is onovertroffen en altijd van topkwaliteit. Altijd.
De film laat zien hoe die perfectie wordt nagestreefd. Van het kiezen van die ene tonijn uit velen die de beste is, het bevoelen van een inktvis, het onder enorme druk koken van de rijst, het met de hand roken van de norivellen en het oneindige herhalen van de handbeweging om de sushi te vormen, tot de wanhoop van leerlingen die hun creaties keer op keer afgewezen zien worden. Totdat versie 200 ineens wel de goedkeuring van de meester krijgt. Maar Jiro is ook bezorgd over de toekomst. Het aanbod van vis daalt al jaren en het wordt steeds moeilijker zijn standaard en uitgebreide selectie (gasten krijgen 20 stuks sushi, in 3 gangen, bij een diner) te handhaven. Ook weet hij dat hij toch echt eens ooit moet stoppen. Maar dat moment stelt hij zo lang mogelijk uit. Zoon Yoshikazu lijkt echter een waardige opvolger. Ik krijg er in elk geval honger van.
De creaties zijn zo mooi dat ik ze toch echt even voor het voetlicht wil halen.