Het is eigenlijk best vreemd dat een sport waarover zoveel statistische gegevens bekend zijn geen gebruik maakt van die gegevens om teams mee te formeren of om opstellingen te maken. Dan komt het aan op ervaring van de coach en het onderbuikgevoel van een serie zeer ervaren scouts. Dat is althans het beeld wat hier geschetst wordt, kan zijn dat het tegenwoordig anders is. Moneyball gaat over een manager die zich wel vol overgave op deze statistieken stort, geholpen door een net afgestudeerde cijfer/baseball freak. Geheel volgens de wetten van de film gaat dit aanvankelijk helemaal mis totdat het concept gaat werken en het team ineens alles gaan winnen. Maar dit onwaarschijnlijke verhaal is gebaseerd op het echt gebeurde 2002 seizoen van de Oakland Athletics die zo maar liefst 20 keer achter elkaar wonnen.

Brad Pitt is manager Billy Beane, een oud-speler die het nooit echt heeft waar kunnen maken. Zijn team wordt na een geslaagd seizoen leeggekocht en hij moet met weinig geld toch iets neer gaan zetten. Bij toeval ontmoet hij Peter Brand (Jonah Hill), afgestudeerd aan Yale met een diploma economie. Peter gelooft in de filosofie dat je spelers moet kiezen op basis van hun statistische resultaten, niet op basis van hun uitstraling of geschiedenis. Beane gaat erin mee, hij moet bijna wel, en gaat achter betaalbare spelers aan die door vrijwel iedereen als kanslozen worden bestempeld.

Moneyball gaat niet over hoe de Athletics spelen, maar over wat zich afspeelt in de kantoren en catacomben tussen Beane en zijn ondersteunend personeel. Vooral Philip Seymour Hoffman is een genot om naar te kijken als de coach die ruzie maakt met Beane en niets begrijpt van diens keuzes. Aan Hoffmans minachting, gesproken en onuitgesproken, is niet te ontkomen. Met hulp van radio- en televisiecommentaar levert de film commentaar op hoe het grote publiek dit avontuur van de Oakland A’s beleeft. Ook zijn er flashbacks naar Beane’s mislukte carrière als speler, die net genoeg inzicht geven in zijn drijfveren. Brad Pitt is hier geen held, maar een zoekende manager die twijfelt aan zijn eigen keuzes, maar er tegelijkertijd achter moet staan om het concept enige kans te geven. Hij staat daarmee diametraal tegenover de macho cultuur die er normaliter heerst in het baseball. Als Beane in de kleedkamer is, voelt hij zich niet op z’n gemak en de spelers voelen dat. Alleen als hij bij zijn dochter is, komt Beane echt tot rust.

Brad Pitt is geweldig in de rol van Billy Beane. Autoritair en kwetsbaar tegelijk blijft hij voortdurend fascinerend om te zien. Je wilt hem zien slagen, al is steeds de vraag wat de definitie van slagen precies is. Moneyball is een filosofische sportfilm over de uiteindelijke futiliteit van diezelfde sport.