Werkgevers klagen al jaren dat het ontslagrecht te ingewikkeld is en tot te hoge vergoedingen leidt. Het kabinet probeert daar wat aan te doen met een aanpassing in de Wet werk en zekerheid. Met de nieuwe ontslagregels die per 1 juli in gaan moet het voor werkgevers eenvoudiger, sneller en goedkoper worden om werknemers te ontslaan. Maar veel juristen vrezen dat het juist duurder wordt.

Werkgevers kunnen op dit moment kiezen of ze iemand ontslaan via de kantonrechter of via uitkeringsinstantie UWV. Kleine werkgevers kiezen doorgaans voor de UWV-route, omdat ze dan geen ontslagvergoeding hoeven te betalen. Grotere bedrijven gaan liever naar de rechter, omdat dit sneller gaat. De rechter wijst meestal wel een ontslagvergoeding toe, maar de werkgevers nemen die dan op de koop toe.

Vanaf 1 juli is er geen keuze meer. Ontslag om bedrijfseconomische redenen en bij langdurige arbeidsongeschiktheid loopt dan automatisch via het UWV. Alle overige ontslagaanvragen, veelal vanwege disfunctioneren, gaan via de kantonrechter.

Straks krijgt elke ontslagen werknemer, of dit nu via het UWV gaat of via de kantonrechter, een ‘transitievergoeding’. De via de rechter ontslagen werknemer gaat er dus op achteruit waar de werknemer in de UWV-route erop vooruit gaat. Ook flexkrachten hebben straks recht op de transitievergoeding, mits ze twee jaar voor een bedrijf hebben gewerkt. Werknemers krijgen ook meer mogelijkheden om het ontslag aan te vechten. Bij ontslag via het UWV is in beroep gaan op dit moment niet mogelijk. Volgens het nieuwe ontslagrecht kan dat wel. Verder wordt de ontslagvergoeding gemaximeerd op 75.000 euro, of één jaarsalaris voor mensen die boven dat bedrag zitten.

Als de werkgever iemand wil ontslaan om niet-bedrijfseconomische redenen, als de arbeidsrelatie verstoord is of als een werknemer niet functioneert, moet de werkgever een dossier opbouwen. Dit is op dit moment al het geval, maar vanaf 1 juli zijn de eisen aan het dossier strenger. In de praktijk blijkt dat werkgevers nu al veel moeite hebben om een dossier tegen een disfunctionerende werknemer op te bouwen. Onder de nieuwe regels kan een ontslagprocedure daarom nog langer duren of een ontslagvergunning kan zelfs helemaal niet verleend worden. Voor werkgevers wordt het dan aantrekkelijk om een deal sluiten met de werknemer in de vorm van een vaststellingsovereenkomst. Hierbij nemen beide partijen afscheid van elkaar, met wederzijds goedvinden. Het recht op een WW-uitkering komt door ondertekening van de overeenkomst niet in gevaar. Meestal zal de ontslagvergoeding die werkgever en werknemer onderling afspreken hoger zijn dan de transitievergoeding.

Veel juristen vrezen daarom het tegenovergestelde van wat met de nieuwe wetgeving wordt beoogd. Niet bij ontslag dat noodzakelijk is wegens bedrijfseconomische redenen. De afwikkeling daarvan zal na 1 juli goedkoper uitpakken. Maar als andere redenen de oorzaak zijn kan het voor de werkgever duurder worden dan nu het geval is .