Dracula, het personage dat Bram Stoker in 1897 bedacht, komt meer dan 700 keer terug in evenzoveel adaptaties. Het is het meest gebruikte literaire personage in de wereldgeschiedenis. Wellicht is dat de reden dat Robert Eggers daar niet voor koos maar voor een bewerking van Nosferatu, eine Symphonie des Grauens. De film uit 1922 van Friedrich Wilhelm Murnau die op zijn beurt een ongeautoriseerde versie van Stokers roman was. Maar hij doet dat denk ik ook omdat Graaf Orlok een stuk afstotelijk er is dan de bijna romantische Dracula met zijn zwarte mantel en priemende blik. Op die manier past de film wellicht beter in zijn oeuvre.

Er zijn wel verschillen in het verhaal tussen Stokers verhaal en de versie van Murnau. Bij Stoker zijn de personages, op Dracula na, Brits en bij Murnau zijn ze Duits. De stadjes waar het zich afspeelt weerspiegen dat; Whitby en Wisburg. Ook de namen van de personages zijn anders. Het grootste verschil is de afloop. Bij Stoker achtervolgen Van Helsing en consorten Graaf Dracula terug naar zijn slot in Transsylvanië, waar Murnau het verhaal afrondt in Wisburg. Werner Herzogs versie uit 1979 (Nosferatu: Phantom der Nacht) volgt het verhaal van Murnau’s film maar hanteert de namen van Bram Stoker.

Eggers gaat weer naar het origineel maar voor het volgen van het verhaal maakt dat weinig uit. Het is al zo vaak verteld en opnieuw verbeeld dat plotkwesties er niet echt toe doen. Eggers begrijpt dat en laat zijn stijl dienen als de belangrijkste basis van de film. Waar Murnau zich liet inspireren door het expressionisme, net zoals Robert Wiene dat deed met Das Cabinet des Dr. Caligari, gaat Eggers vooral voor minimalisme. Niet in de horror zelf maar in de manier waarop hij het donker en de nacht hanteert. Dit is een in zwart gehulde film met gezichten tegen een pikdonkere achtergrond, de spaarzame contouren van een huis, het dansende licht van de open haard, de kruipende schaduw van Orlok (de meest directe verwijzing naar de 1922 film) en het allesomvattende maanlicht. Met al deze belichtingstrucs refereert Eggers toch ook weer sterk aan dat stille tijdperk. Het visuele effect is prachtig. Alsof iedereen gevangen zit tussen twee werelden: die van het 19e-eeuwse Duitsland aan de ene en het dodenrijk aande andere kant en de vampier die zich daartussen beweegt.

Door de casting van Willem Dafoe als een soort Van Helsing legt Eggers ook een link met Shadow of the Vampire, wat een soort making off was van Murnau’s film en waarin Dafoe Graaf Orlok speelde. Visueel is Nosferatu geweldig geslaagd maar het blijft een overbekend verhaal waaraan weinig toe valt te voegen. Dat doet Eggers dan ook niet, hij zoekt het in het vet aanzetten van wat iedereen al weet. Zelf heb ik ook de voorkeur voor de meer dramatische en barokke Draculavariant, zoals die van Hammer Horror en de versie van Francis Ford Coppola.