De aanpassing van de Auteurswet is al 2,5 jaar oud maar staat nu eindelijk op de agenda van de Tweede Kamer. De wet versterkt de onderhandelingspositie van makers ten opzichte van grote opdrachtgevers en exploitanten.
Volgens belangenvereniging Platform Makers zijn de wijzigingen van belang voor makers die voor opdrachtgevers werken: onder andere fotografen, illustratoren, acteurs en auteurs. Door die opdrachtgevers worden ze onder druk gezet om met standaardcontracten te werken en in een keer afstand te doen van al hun rechten (via buy-outcontracten). Erwin Angad-Gaur, voorzitter van het Platform, laat in een opiniestuk weten redelijk tevreden te zijn over het wetsvoorstel maar hij ziet wel ruimte voor verbetering. Zo is de gewenste beperking van buy-outcontracten nog onzeker en ontbreekt een vergoeding door exploitanten aan makers voor video on demand uitzendingen. Juist die zijn in opkomst door de komst van apps en sites als Uitzending gemist.
De maker krijgt recht op een ‘billijke vergoeding’ voor het gebruik van zijn werk door een opdrachtgever. Het idee daarachter is dat als een exploitant (bijvoorbeeld een uitgever) geld verdient met creatieve prestaties, de maker daarvan meeprofiteert. Verder zou de maker recht moeten hebben op een hogere vergoeding als zijn werk onverwacht een succes blijkt te zijn en de overeengekomen vergoeding niet in verhouding staat tot wat de opdrachtgever er aan verdient. Dit is de zogeheten bestsellerbepaling.
Ook krijgt een maker het recht de overeenkomst met de exploitant op te zeggen als die het werk niet of nauwelijks gebruikt. Er komt een mogelijkheid collectief te onderhandelen over eerlijke regelingen en onredelijke contractbepalingen te laten vernietigen. Daarnaast komt er een geschillencommissie die bemiddelt zodat makers geen rechtspraken hoeven aan te spannen en makers krijgen voortaan een proportionele vergoeding voor uitzending van films en televisieprogramma’s.
Rosa García López, secretaris bij de NVJ en bestuurslid van het Platform Makers, meldt dat de belangenvereniging een uitbreiding van het toepassingsgebied bepleit: ook naar contracten die niet primair exploitatie tot doel hebben en ook tot kleine bedrijven (omdat bandjes of fotografencollectieven nu worden uitgesloten van de nieuwe bescherming). Ook is er kritiek op de route die verenigingen moeten gaan om gezamenlijke afspraken te mogen maken. Die is onnodig ingewikkeld. Een ander kritiekpunt is dat de invoering van een geschillencommissie nog onzeker is, omdat die overgelaten wordt aan de markt. Tot slot geeft ze aan dat er minimaal een korte evaluatieperiode nodig is om de nieuwe maatregelen op hun effectiviteit te toetsen.
De wet krijgt pas definitief vorm na de behandeling vandaag, dus er is wellicht ruimte voor de door het Platform gewenste aanscherpingen.