Als een soort superintense vorm van therapie heb ik me gisteravond en vanochtend op het leven gestort van een mijn grote muzikale helden, in de vorm van een tijdlijn met alle hoogtepunten. Voor het AD maar uiteraard ook voor mezelf. Als veertienjarig jongetje werd ik gegrepen door de hits van Purple Rain, een album dat ik met zelf gespaarde guldens aanschafte bij de lokale platenzaak. Nog zonder eigen draaitafel maar met rode oortjes onder de koptelefoon van pa en ma luisterde ik er naar. Dit was pas muziek. De liefde voor de albums uit zijn beste periode (1978-1988) is nooit meer overgegaan. De Prince van daarna kon me niet boeien maar ik had genoeg aan de verzameling uit dat meesterlijke decennium.