Sean Connery heeft veel te danken aan zijn rol als 007 maar het personage overweldigde hem ook. Hij had grote moeite om er een carriere naast van de grond te krijgen. Toen hij zijn contract met Saltzman en Broccoli halverwege de jaren 60 had beëindigd, deed United Artists hem een voorstel. Om hem terug te lokken voor een zesde Bondfilm (Diamonds Are Forever, 1971), mocht hij twee films naar eigen keuze maken. De eerste die hij uitkoos was This Story of Yours, gebaseerd op een toneelstuk van John Hopkins. Voor de verfilming werd de titel gewijzigd in The Offence. De hoofdrol daarin is in alles de antithese van die van Bond.
The Offence gaat over de verbitterde, harddrinkende Detective Sergeant Johnson, een burgerman van middelbare leeftijd die op het randje van de waanzin staat na twee decennia onderzoek naar verkrachting, moord en kindermisbruik. Connery had goede ervaringen met Sidney Lumet (na The Hill en The Anderson Tapes) en overtuigde hem om deze film te regisseren. Lumet zag de potentie van de theatrale vorm met veel ruimte voor sterke acteurs en voor zijn favoriete thema; de onmogelijke positie van de politie als bewaker van de vrede in een geweldddadige samenleving. Met de rol van Johnson kon Connery laten zien wat hij waard was en dat hij meer in zijn mars had dan de rol van Bond.
Als een 12-jarig meisje wordt ontvoerd en een vermoedelijke pedofiel wordt opgepakt voor ondervraging, is Johnson ervan overtuigd dat deze Kenneth Baxter het gedaan heeft. Hij begint de verdachte te ondervragen, waarbij steeds gewelddadiger wordt naarmate een bekentenis uitblijft. Die scenes worden afgewisseld met twee andere heftige dialogen. Met zijn van hem vervreemde vrouw (Vivien Merchant), die machteloos is tegenover de steeds gefrustreerder wordende Johnson. En met de zelfgenoegzame hoofdcommissaris Cartwright, die gelooft dat een politieagent alleen kan overleven door een dubbelleven te leiden.
Connery is geweldig. Zijn Johnson is een man die zoveel verschrikkelijks heeft meegemaakt dat hij eigenlijk niet meer kan functioneren. Niet als agent maar ook niet als echtgenoot en als burgerman. Hij heeft minachting voor iedereen, voor zijn collega’s, zijn baas, de verdachte, zijn vrouw, zijn medemens. De gebroken mentale staat van Johnson wordt weerspiegeld in zowel de mise-en-scène als de verhaalstructuur, die heen en weer springt in de tijd. Lumet weet een angstaanjagend en vervreemdend landschap te creëren van saaie modernistische architectuur, die net zo claustrofobisch is als een gevangeniscel. Het hoofdkwartier van de politie is een gedrocht van bruut beton dat eerder uitnodigt tot corruptie en geweld dan het af te stoppen. De verhoorkamer waarin Johnson alleen is met Baxter is juist enorm. Baxter herkent zichzelf in zijn ondervrager, iets waar die juist helemaal niet aan wil. Maar Baxter wurmt zich langzaam een weg in Johnsons verrotte geest, waarna die zich realiseert dat zijn identiteit en die van de criminelen die hij veracht, vervaagd is. Het doet sterk denken aan de confrontatie tussen Harry Callahan en Scorpio in Dirty Harry, al is daar altijd duidelijk dat Scorpio schuldig is. Hier blijft het tot het einde onduidelijk.
The Offence is een heftige en pijnlijke film die goed laat zien wat Connery kan. Er zijn maar weinig films die zo genadeloos in het hoofd van een getroubleerd man durven kruipen en er zijn maar weinig acteurs die zo’n rol zouden accepteren. Hiervoor verdient Sean Connery enorm veel lof. Maar de film viel totaal niet in de smaak bij het publiek. Het sadisme en het geweld waren al aanwezig in het oorlogsdrama The Hill en Lumet zou terugkeren naar het thema van politiecorruptie in het Al Pacino-vehikel Serpico (1973). Maar voor Connery was het klaar. Hij zou nog een serie sterke films maken maar daarin zou altijd ruimte zijn voor humor en een kwinkslag. Van The Wind and the Lion en The Man Who Would Be King tot Highlander, The Name of the Rose en The Untouchables.