Met Bert naar de Pathe. Op dinsdagavond, dus het zal wel niet druk zijn. Viel dat ff tegen, of mee. Ook hier waart het AH-spook rond. En belangrijker: het is Ladies Night. Voor zaal 1 is het een enorme drukte. Allemaal dames in afwachting van hun glaasje bubbels, de zwijmelfilm en een goodie bag. Nou ja, als ze maar niet naar onze film gaan.
Ik kan me zo voorstellen dat Ridley Scott als puber gek werd van zijn zeven jaar jongere broertje Tony. Hij moet namelijk wel een ADHD-er zijn geweest, die voortdurend rondjes door de kamer rende en nog minuut stil kon zitten. Als je althans naar zijn films kijkt. Waar Ridley het vooral van de epische shots moet hebben en gerust 2,5 uur uittrekt voor een historisch drama, daar is Tony als een gek met z’n camera bezig. Als een razende laat hij die rond zijn personages draaien, monteert dat vervolgens op een dusdanige manier dat hij alles op een hoop gegooid lijkt te hebben en ze in een willekeurige volgorde weer aan elkaar geplakt heeft. Maak het af met een greep uit de bak met filters, liefst met veel groen en blauw, en voila. Weer een filmpie afgeleverd. Zijn laatste wapenfeit is een remake van een thriller uit 1974: The Taking of Pelham 1 2 3.
In het origineel werden de cijfers voluit geschreven. Dat werd al wat te ingewikkeld voor Tony. Waar het 35 jaar geleden nog vooral om de suspense ging en om acteerprestaties (Robert Shaw was fantastisch in zijn rol als bendeleider), is dit nu ingeruild voor oneliners, kek camerawerk en een hoop gedoe.
Scriptschrijver Brian Helgeland heeft eerder bewezen dat hij wat kan, maar hier slaat hij de plank volledig mis. Dialogen zijn vaak tenenkrommend, motivaties van karakters komen volledig uit de lucht vallen, er lopen personages in de film rond die er helemaal niets te zoeken hebben, er wordt nauwelijks gebruik gemaakt van het feit dat er gijzelaars zijn, en er worden overbodige actiescenes ingelast die afleiden van de centrale plot. Denzel W en John H doen hun best, en het spel tussen de twee levert nog de beste momenten van de film op. Al is John vaak zo hysterisch dat je al gauw denkt, ga eerst ff afkoelen. En doe alsjeblieft die snor af. De casting van Tony Soprano als burgemeester van New York is vooral grappig. Natuurlijk heeft hij geld achterovergedrukt en uiteraard bedriegt hij zijn vrouw wanneer het kan. Het is Tony!
Maar het is vooral een vermoeiend en vaak tenenkrommend voorbeeld van de verkeerde richting waarin de grote Hollywoodfilms de laatste jaren gaan: style over substance en een totaal gebrek aan ideeën.