3.5/5 

Arme vampiers. Sinds ze door Hollywood herontdekt zijn, worden de nekbijters om de haverklap van stal gehaald, en is hun verschijning tot een cliché geworden. Alan Ball, het brein achter Six Feet Under en als scenarist onder meer verantwoordelijk voor American Beauty en Towelhead, gaat nog een stapje verder. In zijn bewerking van Charlaine Harris’ romanserie rond Sookie Stackhouse, waarin vampiers in de samenleving zijn geïntegreerd maar nepbloed drinken om maar niet al teveel op te vallen, komt het gevaar vooral van de ‘normale’ mensen.

Sookie (Anna Paquin) is een bijdehante serveerster met telepathische gaven in Bon Temps, een gat ergens in Louisiana waar iedereen elkaar kent. Door haar gave dringen de gedachten van de lokale bevolking zich regelmatig aan haar op, en die zijn vooral banaal en beledigend. Ze raakt gefascineerd door Bill Compton (Stephen Moyer), een zwijgzaam type wiens gedachten niet tot haar door dringen. Als blijkt dat hij een vampier is, wordt haar interesse alleen maar groter. Maar als er een serie moorden plaatsvindt en Bill al snel de hoofdverdachte is, wordt haar positie steeds moeilijker.

Xenofobie

De contactmomenten tussen de xenofobe bier- en bloeddrinkers leveren regelmatig interessante spanningsmomenten op. Ball maakt geen geheim van de metaforische waarde van de vampiers, een groepering die model staat voor vele andere groepen die vreemd of anders zijn. Onder de vampiers zelf is er veel variatie in de mate waarin ze hun integratie (of onderwerping) accepteren en beleven. Andersom speelt dat ook bij de mensen: hun reacties variëren van vijandig en sceptisch tot neutraal en zelfs adorerend. Het probleem is dat Ball zijn serie volgestopt heeft met stereotiepen. De personages komen nooit los van hun label, zij het uitdagend gay, altijd dronken op de bank, lief en begripvol, of altijd dom maar o zo geil. En stille Bill zou zo een vriendje kunnen zijn van die twee andere existentialistische vampiers van Anne Rice: Lestat en Louis. Ball probeert dit te verbloemen door veel seks en geweld in de serie te stoppen, zonder dat dit overigens leidt tot veel opwinding. De serie begint pas te leven ergens halverwege het seizoen, als het publiek zoveel weet van de personages dat er een band ontstaat. In die zin is True Blood vooral te zien als een soap, waarin de avonturen van Sookie (een personage dat door de sterke vertolking van Anna Paquin wel meerdere facetten heeft) centraal staan en het hele vampiergedoe er nauwelijks meer toe doet. Door regelmatig de meest bizarre konijnen uit zijn hoed te toveren weet Ball de vaart erin te houden, al overtreft hij nooit de prachtige begintitels: I wanna do bad things with you.