Tuurlijk, veel is hopeloos verouderd maar WarGames is wel een van de beste films die laat zien hoe de dreiging tijdens de Koude Oorlog voelt en hoe computertechnologie de overheid maar ook de huiskamer veroverde. Het uitgangspunt dat de mens feilbaar is maar dat alles overdragen aan een computer niet de oplossing is, is nog steeds relevant. Thematisch gedateerd maar als film zeer effectief en vermakelijk.

Ik schreef ooit een column over computers in cinema. Daarin kwam deze film ook aan bod als voorbeeld van losgeslagen computers die de hele mensheid in gevaar kunnen brengen. In film zijn die zeldzaam geworden omdat de Koude Oorlog achter ons ligt en de cybercrime weliswaar een reëel gevaar is, maar ook veraf staat van deze doomsday scenario’s. De grootste bedreiging voor computernetwerken komt tegenwoordig in de vorm van virussen en de manier waarop mensen reageren op hackpogingen. In 1983 was alles eenvoudiger. Het internet stond nog in de kinderschoenen en het grootste veiligheidsrisico werd gevormd door hackers die rechtstreeks naar speciale telefoonlijnen belden. Vaak was het enige dat iemand met een modem kon tegenhouden een wachtwoord en veel wachtwoorden waren eenvoudig te kraken. Hoewel de gesuggereerde infiltratie in WarGames nu belachelijk lijkt, was die in 1983 zeker mogelijk. De Koude Oorlog wordt hier een playground voor een tiener. Maar de vergelijking met games is zo gek nog niet. De eindstrijd die wordt uitgevochten via een spelletje boter, kaas en eieren (tic-tac-toe) is een uiterst simpele maar wel doeltreffende metafoor voor de MAD-doctrine (Mutual assured destruction): in een nucleaire oorlog zijn er geen winnaars, alleen maar verliezers. Je kunt beter niet spelen. Het absurdisme van zo’n oorlog werd overigens al 20 jaar eerder doeltreffend getoond in Dr. Strangelove. En de gevaren van een computer die alles overneemt werd mooi getoond in Colussus: the Forbin Project. Deze drie samen zouden een mooi doomsday avondje film kunnen vormen.

Zoals het de beste tienerfilms betaamt, zijn de volwassenen hier niet de meest verfijnde figuren. Regisseur John Badham heeft goed gekeken naar Steven Spielberg die het jaar daarvoor iets vergelijkbaars deed in E.T. In de openingsscène is dat nog niet zo. Daarin zijn de escalerende spanningen te zien tussen twee mannen die de laatste keten vormen die leidt tot een nucleaire lancering. Het is een oefening, maar de twee (Michael Madsen en John Spencer) weten dat niet. Kunnen ze een bevel opvolgen dat kan leiden tot een wereldwijde holocaust? De gruwelen van The Day After zijn hier overigens ver weg. Het gaat over waar dit alles toe zou kúnnen leiden.

NORAD (het North American Aerospace Defense Command) zit in een overgang van menselijke naar computercontrole, bij het beoordelen van mogelijke nucleaire aanvallen door de Russen. De supercomputer die dat moet doen, heet WOPR (ook wel Joshua, naar de zoon van bedenker Dr. Stephen Falken). Die traint zichzelf in het voeren van zo’n oorlog door scenario’s en reactie’s daarop te simuleren. Wanneer de nietsvermoedende David (Matthew Broderick) door een achterdeur WOPR weet binnen te komen, via Davids computer thuis, blijkt die wel in voor een oorlogsspelletje. Maar David en zijn vriendin Jennifer (Ally Sheedy) komen erachter dat dit spel werkelijkheid lijkt te worden. In een race tegen de klok nemen David en Jennifer contact op met de dood gewaande Falken, in een poging DefCon 1 en Armageddon te voorkomen.

Matthew Broderick was 21 toen hij WarGames maakte, maar hij kan prima door gaan voor een 17-jarige high school student. In een van zijn eerste rollen etaleert hij al zijn aanstekelijke mix van bravoure en naïviteit een mix die twee jaar later zou leiden tot Ferris Bueller’s Day Off. Ook Sheedy is sterk als de sportieve girl next door. Ook zij zou twee jaar later met The Breakfast Club een nieuwe grote hit scoren. De eerste helft is het beste als David zijn highschoolavonturen combineert met het hacken thuis. Daarna wordt het grimmiger maar ook steeds ongeloofwaardiger. Heel erg is dat overigens niet. Je weet dat David gaat winnen en de fun is om dat proces te volgen. De spanning is ook echt voelbaar, ook al zijn de adults niet al te smart.

WarGames is vooral een nostalgische trip in de manier waarop David thuis pielt met computers, floppy drives en disks, een 1200 baud modem met telefoon en een monochroom computerscherm. De chemie tussen Broderick en Sheedy is voelbaar, ook al krijgen romantische gevoelens nooit de overhand. WarGames is gedateerd maar daarin ligt juist de aantrekkingskracht. De Koude Oorlog was een zware tijd maar je verlangt er bijna naar terug als je dit ziet.