Een stukje escapisme is ook mij niet vreemd en op zo’n moment kun je altijd bij het Marvel Cinematic Universe terecht. Daar worden zoveel films gemaakt dat het ondoenlijk is om dat bij te houden, wetende dat de escapismebehoefte ook z’n grenzen kent en dat deze films ook wel erg ‘meer van hetzelfde’ zijn. Maar ik was wel benieuwd naar Black Widow, de eigen film van het gelijknamige personage waarin een tweede vrouw de hoofdrol speelt en die ook is geregisseerd door een vrouw. Wat levert zo’n vrouwelijke driehoek op als je dat combineert met de wetten van het genre?

Nou, een verrassend onderhoudende. In de openingsscènes wordt de voorgeschiedenis van Natasha Romanoff (Scarlett Johansson) en Yelena Belova (Florence Pugh) verteld, de niets wetende kinderen van de Russische undercover supersoldaten Alexei Shostakov (aka Red Guardian, David Harbour) en Melina Vostokoff (Rachel Weisz). Ze doen alsof ze een normaal Amerikaans gezin in Ohio zijn als ze plotseling moeten vluchten omdat ze zijn ontdekt door SHIELD. Deze sequentie doet sterk denken aan The Americans, al is die serie meer geworteld in de realiteit. Als volwassenen komen Romanoff en Belanova elkaar weer tegen, beiden inmiddels volleerde agenten. Wat volgt is een soort superherovariant op het buddymovie genre, gecombineerd met een real life versie van Pixar’s The Incredibles. De twee vrouwelijke heldinnen, Johansson en Pugh, hebben een prima chemie en ze worden aangevuld door een prima Harbour (bekend van Stranger Things) en Weisz. Jammer dat de film op het einde nogal uit de bocht vliegt en het is vreemd dat deze dames zonder echte superpowers eigenlijk nooit echt gewond raken. Maar verder is dit heel fijn entertainment.