Moab (en Arches en Canyonlands) was fijn, maar we moeten door. So much to see, so much to do, so little time. Nou ja, 6 weken is best lang. Ten Westen van Canyonlands ligt Capitol Reef. Ook een mooi National Park. Om daar te komen moeten we een eindje omrijden want tussen de 2 parken ligt niets dan woestenij. Capitol Reef is een park dat onderdeel vormt van de zogenaamde Waterpocket Fold, een enorme kreukelzone van zo’n 100 mijl die dwars door Utah loopt. In de tijd van de eerste ‘settlers’ die van Oost naar West trokken op zoek naar nieuwe kansen, vormde deze zone een onneembare barriere. Toen ze er eenmaal een weg doorheen gehakt hadden stichten ze middenin het gebied een plaatsje: Fruita. Als teken van de inventiviteit en doorzetting van de mensen planten ze het gebied daar vol met fruitbomen. En nu nog steeds groeit er in de boomgaarden daar een jaarlijkse oogst.
Wij hebben Capitol Reef doorkruist via de zogenaamde scenic drive. Om ons toch eens in te spannen hebben we op het allerverste einde van deze weg, na een lang stuk ‘off-road’ (iets waar onze rode mobiel niet helemaal op gebouwd is), een hike gedaan naar een aantal ’tanks’. Dit zijn natuurlijk gevormde waterreservoirs in de bergen, waar ook in tijden van droogte vrijwel altijd water in zit. Onderweg kwamen we geregeld bergwanden tegen die met een bruin strepenpatroon gedecoreerd waren. Alsof iemand dacht dat het pancakes waren en er met een enorme lepel ‘maple syrup’ overheen gegoten heeft. Prachtig.
Het was wat wikken en wegen of we een nachtje op de idyllische camping in Fruita zouden blijven. De fruitbomen en het groene gras eronder zagen er aanlokkelijk genoeg uit. Maar nee. Bryce Canyon wacht. En we willen nog zoveel meer zien. De route van Capitol Reef naar Bryce loopt via highway 12. Deze 12 heeft onder elk nummerbordje een extra bord hangen met daarop de text ‘scenic drive’. Nou, daar is nix van gelogen. Wat een ongelooflijk mooie rit. Ruim 2 uur lang worden we verwend met het ene na het andere prachtige vergezicht. Bossen, bergkammen, groene weides, af en toe een boerderij, een groep paarden of een groepje koeien in een weiland. Het is allemaal even mooi. We stoppen af en toe om er even extra van te kunnen genieten. Op een gegeven moment rijden we door een gebied dat vol staat met berkenbossen. Honderden witte stammen die afsteken tegen de blauwe lucht. Oh ja, bijna vergeten. Voor we aan de rit beginnen ontdekken we nog een zaakje waar ze heerlijk ijs en zelfgemaakte chocoladebonbons en repen verkopen. Annemet glundert aan een stuk door en begint al over een volgende vakantie dichtbij deze bijzondere plek.
Begin van de avond komen we aan bij Bryce. Overigens niet zonder eerst straal aan de afslag voorbijgereden te zijn. We hebben weinig hoop om op dit tijdstip nog een plek op de camping in het park zelf te vinden. Daarom kiezen we voor Ruby’s, een flink complex met camping,lodges, motel, restaurant, ect, dat vlak voor de ingang ligt. De camping is mooi, dus het is wel goed zo. Morgen gaan we op ons gemak dit park, waar we toch al lang naar uitkijken, ontdekken.
Overigens wacht ons een aangename verrassing als de avond valt. Dit park ligt op een hoogte van zo’n 9000 feet, en in de avond en nacht zakt de temperatuur flink. Tot zelfs tegen het vriespunt. Dat betekent voor ons een fijne nachtrust waarbij het lijf eindelijk (bij mij dan) weer eens in die donzen slaapzak kan.
[geo_mashup_map]