Als ik ergens in LA heen wil dan is dat uiteraard Hollywood. De naam roept bij mij zoveel filmassociaties op dat ik het ook wel eens echt mee wil maken. De vraag is alleen wat er werkelijk van te zien zal zijn en of dat dan overeenkomt met mijn visie erop.
We pakken de boel in op onze camping in de bergen boven de stad. Het is maandagochtend en het is hier inmiddels helemaal uitgestorven. Dit is duidelijk een plekje waar stadsbewoners in het weekend komen om even te ontspannen. Doordeweek is het vrijwel leeg. Het is te merken dat we voor de tweede keer de stad inrijden. Het gaat met iets meer zelfvertrouwen en souplesse, ook al verloopt de route wat anders. We  verlaten de freeway en rijden Sunset Boulevard op. Die naam alleen al zit zo vol met filmconnotaties dat ik een paar keer moet slikken als we de moderne Sunset doorrijden. De tijd heeft hier niet stilgestaan. Waar dit ooit een icoon was van alles wat luxe en beroemd was in Hollywood is het nu een gewone straat (wel zo’n 30 km lang!) met allerlei winkeltjes, kantoren, restaurants, nachtclubs, en af en toe een villa. Vol met ‘potholes’ en zwervers en ‘maps to the stars’-verkopers langs de weg.

We vinden een parkeerplaats en beginnen aan een lange wandeling de straat af, richting Beverly Hills. Naarmate we dichterbij dit celebrity- en wannabe-reservaat komen wordt het aanbod aan horeca wat luxer, en de terrassen beginnen zich te vullen met lunchgasten. Zien en gezien worden is hier het motto, en het is grappig om te zien hoe de hoofden telkens even opkijken als er iemand passeert. Bij ons hebben ze al snel door hoe oninteressant wij zijn.
Overigens vormen we wel een uitzondering op het gros aan toeristen dat dit deel van de stad bezoekt. Om de haverklap zien we een busje waar het dak van af is gehaald, vol met mensen die in korte tijd door Hollywood heen gejaagd worden. Wij wandelen gewoon, en dat geeft toch een andere blik.

Uiteindelijk pakken we de bus een stuk terug en wandelen dan naar de Hollywood Boulevard. Deze ligt parallel aan Sunset en hier bevindt zich het hart van de toeristenindustrie. Aanvankelijk komen we alleen maar langs grote villa’s en Melrose Place-achtige woonunits. Totdat we een kitscherig paviljoentje zien ondersteund door kariatides in de vorm van 4 Hollywoodgodinnen uit de jaren 30. Hier begint de Walk of Fame, een rij van zo’n 2500 sterren die in het trottoir gelegd zijn met daarop evenzoveel namen die hier op een of andere manier iets betekend hebben. Het is vooral een toeristenmagneet, maar het is wel leuk om te kijken wie er allemaal tussen liggen. Als we bij het fameuze Grauman’s Chinese Theatre komen is de drukte op z’n hoogst. Voor dit theater liggen allemaal tegels met daarin hand- en voetafdrukken van de sterren uit de tijd dat Hollywood op zijn hoogtepunt was. En ze hebben allemaal een persoonlijke boodschap voor Sid Grauman, de oprichter van het theater en een zeer geliefd promotor in die tijd. Voor het theater wemelt het van de toeristen en ‘star impersonators’: mensen die zich verkleden als een beroemdheid en met wie je voor wat geld op de foto mag. Het is bizar om Darth Vader naast Spiderman en Freddy Krueger te zien staan, met op de achtergrond een verbazingwekkend echt lijkende Laurel & Hardy. Ik maak een filmpje om die sfeer thuis nog eens terug te kunnen pakken.

Als we oostelijk lopen houdt de drukte nog een tijd aan, maar later wordt het rustiger en ook weer wat grauwer en afgeleefder. Ik vind nog wel een erg mooie boekwinkel met alleen maar filmboeken. Heerlijk.
Tijdens onze ochtendkoffie hebben we een hotel geboekt iets ten westen van LA. We zijn toe aan wat rust, een goed bed en een douche. Ik twijfel nog of we vantevoren toch niet even langs Griffith Park moeten gaan, maar we houden het bij een drive-by langs Paramount Studios. We hebben het beiden wel een beetje gehad met deze voortdurend in smog gehulde city of dreams.
[geo_mashup_map]