M.C. Escher tijdens zijn eerste bezoek aan de Calanches, 25 juni 1928

Escher was een wandelaar en een kijker. Dat zijn twee liefhebberijen die gelukkig prima te combineren zijn. In zijn Italiaanse jaren maakte hij elk voorjaar een lange trektocht door toen nog onherbergzame streken als de Abruzzen en Calabrië. Hij keek zijn ogen uit en verwonderde hij zich over de schitterende natuur en het eigenzinnige landschap dat hij daar aantrof. Daarbij bekeek hij de omgeving op zowel op micro- als macroniveau. Hij kon met net zoveel bewondering naar een plantje of een insect kijken als naar een berg of een kustlijn. Nadat hij in 1941 naar Baarn was verhuisd, ging hij fanatiek door met dat wandelen en kijken. Hij liep vele uren door de bossen rond zijn woonplaats, met net zoveel aandacht voor de Nederlandse natuur als voor de Italiaanse.

In het voorjaar van 1933 was hij op Corsica, het Franse eiland dat gevoelsmatig net zo goed bij Italië had kunnen horen. Corsica was lang onderdeel van het Romeinse rijk en was daarna honderden jaren bezet door de Republiek Genua. Pas na de Franse Revolutie werd het een integraal deel van Frankrijk. Het onherbergzame eiland oefende een grote aantrekkingskracht uit op Escher, vanwege het ruige en afwisselende landschap en het gebrek aan mensen.

Intrigerend rotsmassief

Escher was niet voor het eerst op het eiland. Hij had het 1928 al bezocht en dat leidde tot prenten als die van Calvi (1933), Corte (1929) en Bonifacio (1928). In mei 1933 bezocht hij Corsica samen met zijn vrienden Giuseppe Haas-Triverio en Roberto Schiess. Hun zwerftocht over het eiland bracht ze onder andere in Bastia, Nonza, Ajaccio, Portovecchio, Ghisoni en wederom Calvi, Corte en Bonifacio. Op 11 mei 1933 wandelden ze van de kustplaats Porto naar het in de bergen gelegen Piana. Onderweg passeerden ze een twee kilometer lang rotsmassief dat Escher zó intrigeerde dat de drie mannen meerdere dagen in het gebied rond bleven hangen. Net als bij Calvi, Corte en Bonifacio was ook dit een hernieuwd bezoek. Deze Calanches van Piana vormen tegenwoordig een van de toeristische hoogtepunten van Corsica, maar destijds hadden de avonturiers dit wonderlijke landschap waarschijnlijk helemaal voor zichzelf.

Eschers agenda van 7-20 mei 1933, met het bezoek aan de Calanches van Piana en ook Calvi, Sartena, Bonifacio en Portovecchio.

De bijzondere rotsformaties veranderen in de loop van de dag op sensationele wijze van kleur, van goud naar roze tot vuurrood. De wind en het water hebben inhammen in de kustlijn uitgesleten en een oneindige serie bijzondere rotsen gevormd. Escher, Schiess en Haas-Triverio maakten er een aantal foto’s en tekeningen van en Escher werkte twee van zijn tekeningen later uit tot prenten. In de litho geeft Escher de Golf van Porto weer met op de voorgrond een hoog uitstekende rots in de Calanches. In de houtgravure vertaalt hij de rotsen in bijna abstracte vormen. Het gebied is zo bijzonder dat het in 1983 een vermelding op de UNESCO Werelderfgoedlijst kreeg.

Dit artikel verscheen eerder op www.escherinhetpaleis.nl