Deze bijdrage hoort niet in het filmdagboek, maar een beetje wel. We zijn namelijk naar dit toneelstuk geweest van Toneelgroep Amsterdam, onder de regie van Eric de Vroedt (bekend van het MightySociety project). Glengarry Glen Ross is een stuk van David Mamet uit 1982, over de excessen van het kapitalisme. Dat de Vroedt het ruim 25 jaar later weer eens op het toneel brengt is geen probleem. De kwesties uit het stuk zijn met de financiële crisis en de uit de hand gelopen bonuscultuur weer helemaal actueel.

Ik heb het stuk niet eerder op toneel gezien, maar toch heb ik er, net als veel anderen, een sterk beeld bij. Dat komt door de ijzersterke film die  er in 1992 door James Foley van is gemaakt. Het is dan ook vooral interessant om te zien of deze versie een vergelijking aan kan. De Vroedt leek er ook niet helemaal zeker op, want hij legt zijn acteurs een vorm van turbo-acteren op waarin de dialogen met enorm tempo uitgespuugd worden. Dan neemt hij weer extreem gas terug, als alles ineens stil komt te staan en je een speld kan horen vallen in de kleine zaal van de Rotterdamse Schouwburg. De acteurs kunnen goed uit de voeten met het tempo, maar het is de vraag of het niet te geforceerd is. De verstaanbaarheid van Mamets teksten, in een sterke eigen vertaling van de regisseur, wordt er in elk geval niet beter op. Ook neigt het stuk daardoor soms een parodie te worden op de in aanleg toch serieuze materie.

Wie er met de eer in het stuk gaat strijken is wel duidelijk. Fedja van Huêt is fenomenaal als de aartsverkoper Ricky Roma (in de filmversie gespeeld door Al Pacino), die lucht weet te verhandelen zonder na te denken. Je ziet hem genieten als hij erop los schmiert en in het strakke tempo nog ruimte voor improvisatie weet te vinden.

De herinnering naar de film blijft stevig intact, al is het maar vanwege de zo sterke bezetting daarvan (met oa een schitterende Jack Lemmon als de loser Shelley Levene). Daarom heb ik die voor de zekerheid ook nog maar een keer gekeken.

En een pracht van een monoloog door Al Pacino