Een rijke adellijke familie komt bijeen in de grote villa van Tancredi, de zoon en uitvoerend hoofd. Deze Recchi’s zijn rijk geworden met hun textielfabrieken en weten niet beter dat alles wat is zo zal blijven. Niet dat er geen spanning is. Op deze gedenkwaardige avond zal de familiepatriarch zijn opvolger bekend maken, en tijdens het diner loopt de spanning steeds verder op. Al is dat bescheiden: alles wat deze familie doet doen ze gereserveerd en zeer beheerst.
Tancredi heeft zijn vrouw Emma (Tilda Swinton) jaren geleden meegenomen uit Rusland. Ze is haar geboorteland bijna vergeten, maar niet helemaal. Emma geniet aanzien in de familie en onder het personeel, is geliefd bij haar kinderen en is iemand die gewend is dat alles vlekkeloos verloopt. Maar onder haar koele houding gaat ergens een naar liefde hunkerende vrouw schuil. De relatie met haar man is al lang geleden bekoeld en als ze chefkok Antonio ontmoet, een vriend van haar zoon Edoardo, barst die hunkering vol open.
Hoewel dit verhaal niet zo origineel is (beroemde voorgangers zijn oa Lady Chatterly, Madame Bovary en ook een film als All That Heaven Allows) weet regisseur Luca Guadagnino wel een meeslepend drama met dit gegeven te maken. In eerste instantie door de smetteloze aankleding en mise-en-scene, maar ook door de prachtige muziek van John Adams en het inventieve camerawerk. In de vrijscènes tussen Emma en Antonio mengt hij zinderende close-ups met flares van de zon en het getsjirp van de insecten om hen heen.
Guadagnino suggereert vooral en het is daarom soms lastig meegaan in de plotgebeurtenissen. Vooral op het einde slaat hij door en blijf ik als kijker met vragen achter. Niettemin is dit een indrukwekkende film die je alleen al voor het spel van Tilda Swinton (ze leerde Italiaanse voor deze film) moet zien.