Ik heb de biografie van Timothy White, Catch a Fire: The Life of Bob Marley, gelezen en was daardoor aardig op de hoogte van het leven van de reggaegod. Maar dat boek is vooral een feitenrelaas en in Marley weet regisseur Kevin Macdonald nieuwe lagen aan te boren en tot de kern te komen van een man die wereldberoemd en tegelijkertijd een mysterie was.
Macdonald doet dat door de persoon Marley te laten zien, in plaats van de muzikant. Hij reist rond langs belangrijke plekken in het leven van Bob Marley en laat daar veel mensen aan het woord die allemaal een eigen kijk op hem hebben. Van oude vrienden in zijn geboortestreek ergens in de bergen van Jamaica, tot leden van de Wailers, zijn kinderen en politici die doorkregen dat Marley mensen wist te raken uit alle lagen van de bevolking (waar zij vooral met elkaar overhoop lagen).
Macdonald wisselt die interviews af met goed gekozen archiefbeelden, concertopnamen en interviews met de volstrekt authentieke ster zelf. Het is prachtig om te zien hoe Marley zijn populariteit in weet te zetten voor de goede zaak. Een goede zaak die voor Bob uiteenliep van het streven naar vrede op het verdeelde Jamaica tot het verspreiden van het rastageloof en het prediken van vrije liefde. Liefde die hem overigens vooral overkwam: hij trok vrouwen aan als een magneet. Ondertussen wist hij steeds tijd vrij te maken voor zijn favoriete bezigheid, naast muziek: voetbal. Elk moment dat hij heeft jaagt hij met bandleden achter een bal aan, dreadlocks weggestopt in een gebreide geelroodgroene muts.
Een film die veel laat zien en horen en waaruit Bob Marley naar voren komt als een megaster tegen wil en dank, die mensen over de hele wereld wist te raken met zijn muziek. Het is moeilijk je niet mee te laten slepen door die muziek en te geloven in de natuurlijke kracht van de man. Een man die uiteindelijk het gevecht tegen kanker verloor maar springlevend is in zijn songs.