In de opening titles is het rennende paard te zien dat beroemd is gemaakt door de fotoserie van Eadweard Muybridge. Regisseur Jordan Peele weet die foto’s op sterke wijze te verbinden met zijn thematiek over de emancipatie van zwarte burgers. Als animal wrangler met een voorliefde voor paarden die woont op zijn ranch in Californië is OJ Haywood (Daniel Kaluuya) van zichzelf al een personage dat niet past in de comfortzone van een witte kijker. Maar zijn eigen comfortzone wordt ook flink op de proef gesteld. Het is natuurlijk een geweldige gimmick, die titel. OJ’s reactie op de bizarre gebeurtenissen om hem heen is ‘nope’. Gewoon ontkennen dus. Het werkt uiteindelijk niet. Hij zal aan de bak moeten.

Op de ranch die hij en zijn zus hebben georven na de plotselinge en mysterieuze dood van zijn vader gebeuren vreemde dingen. Wat begint als een variant op Close Encounters of the Third Kind verandert al snel in een monsterfilm in de trant van Gareth Edwards’ Monsters of een thriller van M. Night Shyamalan. Vooral die laatste. Jordan Peele heeft in korte tijd een sterke reputatie opgebouwd maar deze derde film (na Get Out en Us) is de minste van de serie. Hij moet opletten dat hij niet de kant van Shyamalan op gaat.

Het valt OJ ineens op dat er een wolk boven de horizon hangt die niet beweegt. Heeft het te maken met de dood van zijn vader? Met het Wild West-themapark een stuk verderop? Met de sitcom waarin de beheerder daarvan zo’n 25 jaar eerder speelde? Met de moordende chimpansee die aan die sitcom een einde maakte? En zou hij wat geld kunnen verdienen met wat er in die wolk zit? Een plan waar vooral zijn zus in is geinteresseerd. Zo wordt een verhaal dat in de kern vrij simpel is ineens nogal complex. Niet alles hangt lekker samen en het is aan het talent van Peele te danken dat het toch steeds interessant blijft. Dat zit m vooral in de losse momenten. Net als bij zijn vorige films weet Peele een voortdurende toon te hanteren die barst van de zwarte humor maar ook van enorme spanning. En dat gemixt met allerlei culturele verwijzingen, waarvan ik er vast een hoop mis. Maar niet het toffe gebruik van ‘Sunglasses at Night‘, de hit van Corey Hart uit 1984 die in talloze remixen en DJ-sets opduikt en hier voor een vervreemdend efect zorgt.

Peele strooit aanwijzingen in de rondte die niet altijd ergens op lijken te slaan maar wellicht bij een tweede keer kijken meer kunnen betekenen. Maar dan zou ik dat wel moeten doen en daar twijfel ik nu aan.