Het begon met de Gouden Leeuw in Venetië, waarna er nog een stortvloed aan prijzen volgde voor de laatste film van wonderregisseur Yorgos Lanthimos. De lof is wat mij betreft terecht maar het blijft ook vreemd dat zo’n bizarre film – met vaak expliciete scènes en die een open blik en geest vereisen om hem echt te kunnen waarderen – zoveel bewondering heeft weten te oogsten.
Deels komt dat omdat het filmpubliek al flink heeft kunnen wennen aan de wereld van Lanthimos. In films als Dogtooth, het door hem geproduceerde Attenberg, Alps, The Lobster, The Killing of a Sacred Deer (die ik nog niet heb gezien) en The Favourite nam het absurdisme al een prominente plek in. Maar in Poor Things gaat hij nog een stapje verder. De film is een variant op de Pygmalion-mythe, Forrest Gump, in een andere wereld opgegroeide personages als Tarzan (ik moest vooral denken aan Greystoke, The Legend of Tarzan) en L’Enfant sauvage van François Truffaut. Lanthimos combineert dat met een vleugje Tim Burton, de fantasiewereld van The Wizard of Oz en Mary Shelley’s Frankenstein, over een wetenschapper die nieuw leven schept door menselijke resten te combineren en tot leven te wekken. Het onderwerp hier is Bella Stark, een vrouw die het brein van een kind heeft gekregen, geplaatst door haar ‘ontdekker’ Godwin Baxter. Bella ziet eruit als een volwassene, maar heeft de woorden, de etiquette en de kennis van een kind. Ze houdt zich niet in, is openhartig over haar verlangens en driften en is erg nieuwsgierig. Gaandeweg bouwt Bella een band op met Godwins nogal normale assistent Max McCandles, die haar uiteindelijk ten huwelijk vraagt. Om dichter bij haar te komen, maar ook om haar in toom te houden. Hoewel Bella accepteert, duurt het niet lang voordat ze andere plannen maakt en er vandoor gaat met de rokkenjagende advocaat Duncan Wedderburn (Mark Ruffalo), die belooft haar de wereld te laten zien. Als Bella de echte wereld leert kennen, nemen haar intelligentie en kennis van die wereld geleidelijk toe. Uiteindelijk in zo’n mate dat de mannen om haar heen haar niet meer kunnen controleren.
Lanthimos toont dit alles met zijn karakteristieke groothoeklenzen, een visuele stijl die weinig regisseurs durven te gebruiken omdat alles vervormd wordt. Maar voor hem werkt het uitstekend. Hij gebruikt die groothoek ook om heel veel in het frame te tonen, waardoor kijken echt een belevenis wordt. Het maakt dat je de film alleen al voor het camerawerk moet zien. En voor de kostuums, make-up en sets. In het begin wordt Victoriaans Londen (en Godwins huis en werkplaats) in zwart-wit getoond, maar als Bella ontsnapt aan de grip van haar maker ziet zij, en wij met haar, alles in kleur. Net als Dorothy in The Wizard of Oz wil ze deze droomwereld, over the rainbow, ontdekken. Lissabon, Parijs en Alexandrië zijn te bewonderen in retrofuturistische en surrealistische steamstijl, een visueel droomlandschap dat Bella begrijpelijkerwijs fascineert. Lanthimos benadrukt hier het kunstmatige, een fantasiewereld zoals die beleefd wordt door de zichzelf ontdekkende Bella. Een ontdekkingsreis die leidt langs kwesties als schaamte versus geen schaamte, verleden versus geen verleden, stem versus geen stem en vrijheid versus controle.
De grote ster hier is Emma Stone, die zowel de hoofdrol speelt als een prominente producer is. Wat een rol. Ze laat een ongelooflijke moed zien met een aantal zeer ongemakkelijke en riskante scènes. Stone deinst nergens voor terug. In wat ongetwijfeld de beste prestatie uit haar carrière is, laat ze zien dat een rol van kindvrouw enorme lagen van intelligentie, gedurfdheid en volledige controle kan herbergen. Ze beheerst haar iconische en schaamteloze personage volledig. Van de eigenzinnige danspasjes, de kinderlijke eerste indrukken en de staccato zinnen tot de onstuimige seksscènes later in de film. Haar schaamteloosheid en het genot dat ze beleeft, staan in sterk contrast met de schaamte en lege seks in Steve McQueens Shame. Naarmate Bella steeds meer autonomie en zelfverwerkelijking weet te bereiken, in een door mannen gedomineerde maatschappij, beginnen de mannen om haar heen steeds meer op kleine jongetjes te lijken die driftbuien krijgen. Zo is Mark Ruffalo’s Duncan Wedderburn aanvankelijk heel smooth, maar verliest hij steeds meer decorum naarmate zij groeit. Willem Dafoe’s Godwin is vooral tragisch. Hij is het product van gruwelijke experimenten die zijn vader op hem uitvoerde. In tegenstelling tot Bella draagt hij de littekens van zijn geschiedenis op zijn gezicht en probeert hij ze zijn hele leven al te rationaliseren. Hij ziet zijn schepping van zich afdrijven en dreigt alleen achter te blijven.
Poor Things is Yorgos Lanthimos op zijn best, een film die zo uniek is dat zijn status waarschijnlijk alleen maar zal groeien. De surrealistische stijl, het vaak trage tempo, de lengte (2,5 uur) en het naakt en de vele seksscènes zouden mensen wellicht kunnen afschrikken, maar gezien het al grote succes lijkt dit mee te vallen. Gelukkig maar. Iedereen moet dit zien.