Prachttitel natuurlijk. De extase komt hier van het hemelse dat Michelangelo op het gewelf van de Sixtijnse kapel wil schilderen, De kwelling zit op veel meer plekken. Om te beginnen wil deze renaissancistische meester helemaal geen schilder zijn. Hij wil beeldhouwen, alleen maar beeldhouwen. Zoveel wordt ook duidelijk tijdens de (interessante maar tactisch erg stomme want alles ophoudende) proloog, waarin een voice-over leven en carriere duidt van de man die voor zijn vak leefde maar daar ook wel voor betaald wilde worden.
Het was aan de druk van paus Julius II te danken, zeg maar gerust het bevel, dat Michelangelo zich aan het gigantische plafond wijdde. Op de momenten dat de twee mannen tegenover elkaar staan, net zo vaak als gelijken dan als onderdaan en geestelijk en wereldlijk leider, is The Agony and the Ecstasy op zijn sterkst. Ik geniet altijd van Charlton Heston, ook hier. Maar hij moet het afleggen tegen een fantastische Rex Harrison. Paus Julius II wordt ook gekweld. Hij wil eigenlijk liever op het slagveld staan dan de geestelijke verplichtingen nakomen die horen bij zijn functie. Ook de voortdurende respectloosheid van Michelangelo is voor hem een kwelling. Tegelijk ziet hij het genie dat ruimte nodig heeft om iets echt grandioos te maken. Duurde het maar niet zo lang.
Omdat je als kijker al weet hoe het afloopt (zou dat plafond er ooit komen?) is er niet echt een spanningsboog. De pogingen om die toch aan te brengen, door de geld- en oorlogsproblemen van de paus en de vrouw in het leven van Michelangelo, werken niet. Ik zit veel van de tijd te kijken naar een schilderende Heston (wat hij goed doet) en dat is natuurlijk niet zo enerverend. Maar het is prachtig om van nabij, ook in dramatische/fictieve vorm, te zien hoe zo’n beroemd werk tot stand kwam. De kapel en het schilderwerk zijn verbazingwekkend goed tot leven gebracht. Mooie score ook van Alex North.