Aangespoord door de redelijk positieve recensies en ook het stuk van Marcel op 8W besloot ik Liam Neeson maar weer eens een kans te geven. De acteur rijgt al jaren de ene slechte film aan de andere, alsof hij vastbesloten is zijn talent zoveel mogelijk te verkwanselen. The Grey is in die lijn een kleine opleving. Met nadruk op klein.
De grijzen uit de titel zijn wolven. Neeson en kornuiten worden door ze opgejaagd en een voor een afgemaakt als de groep zich door de snijdende kou van Alaska beweegt, nadat hun vliegtuig is gecrasht. De dreiging en de meedogenloosheid van de wolven wordt goed getroffen, maar omdat het landschap nauwelijks verandert en de wolven ook maar een ding voor ogen hebben is de spanning ook ver te zoeken. Dat euvel proberen de makers op te lossen door tussen de mannen zelf ruzie te laten ontstaan, maar ook dat gegeven is zo clichematig als maar zijn kan. Dat ze het dan weer goedmaken en om de beurt een weemoedige anekdote uit hun persoonlijke leven mogen vertellen ook. Uiteraard dient dit een doel: hoe meer ik weet van de mannen, hoe erger ik het vind als ze opgevreten worden door wolven. Maar ik kan het niet helpen als ik juich voor de roofdieren. Dat Neeson als laatste overblijft en (SPOILER) ook dat gevecht verliest is prijzenswaardig maar te laat. Het is aan het spel van Neeson en de voelbare kou die mijn filmkamertje binnendringt te danken dat het nog een aardige zit is.