Het is 30 jaar geleden dat deze serial-killerthriller de bioscopen vol liet lopen. De film maakte een ster van Jodie Foster en, vooral, van Anthony Hopkins. The Silence of the Lambs was, na It Happened One Night en One Flew Over the Cuckoo’s Nest, pas de derde film die de 5 belangrijkste Oscars wist binnen te halen. En dat voor een toch vrij gruwelijke film.

Ergens in een tweegesprek tussen de achter tralies zittende Hannibal Lecter en FBI-agente in opleiding Clarice Starling bevraagt de psychopaat/therapeut haar naar de kern van waar het bij Buffalo Bill om draait. Na wat heen en weer gesoebat komt Lecter zelf met het antwoord: he covets. Die begeerte is de drive van de seriemoordenaar die Starling moet zien te vangen maar ook die van de film in zijn geheel. Clarice is zelf ook het onderwerp van begeerte, niet in het minst door Lecter. Ze is een jonge vrouw die zich staande moet houden in een mannenwereld. Regisseur Jonathan Demme speelt daar briljant mee. In de lift valt ze in het niet bij de mannetjesputters om haar heen. Bij de autopsie van weer een slachtoffer staart het complete plaatselijke politiekorps haar aan. Maar ze staat haar mannetje. Dat is vanaf de openingsscene in de bossen rond Quantico al direct duidelijk.

Die begeerte is de kern maar de verhouding tussen Starling en Lecter vormt het hart van de film. ‘Quid pro quo’ eist Lecter als Starling hulp van hem wil bij de jacht op Buffalo Bill. In die gesprekken moet ze haar eigen afkomst en haar eigen demonen onderzoeken. En dat doet ze, zonder schroom en zonder iets te verbergen voor de therapeut achter tralies. Hij bewondert haar om deze eerlijkheid en als kijker wordt je meegezogen in haar ontsnapping uit een jeugd in armoedig West-Virginia, zonder moeder en uiteindelijk ook zonder vader.

Het Hannibal Lecter personage is de ster van de show maar hij is niet het onderwerp van de jacht. Lecter wordt een ‘adviseur’ voor Starling, Iemand die gruwelijke moorden op zijn geweten heeft maar die zijn nu even niet belangrijk. Door Lecter die rol te geven ontstaat er een perverse driehoeksverhouding waarin Starling uiteraard de engel is, maar het maar de vraag is wie de duivel is. Als kijker ga je je identificeren met iemand die je, zoals haar baas Clarice waarschuwt, absoluut niet in je hoofd wilt hebben.

De scene waarin Lecter ontsnapt is legendarisch. Demme shockeert zijn publiek en toch weet hij de sympathie te behouden voor de briljante psychopaat. In een sterk staaltje parallelmontage laat hij Starling de waarheid ontdekken waarna ze bij toeval in het huis van die andere duivel belandt. Daar daalt ze af in een onderwereld die zo uit de boeken van Edgar Allen Poe had kunnen komen. Ze valt de duisternis in en lijkt, met de nachtkijker van Bill als beklemmend blikveld, ten dode opgeschreven. Ook hier grijpen de handen naar haar, maar ze weet er zich in een reflex uit te schieten, de poorten openend naar het licht.

The Silence of The Lambs is nog steeds een geweldige film. Sinister, ijzersterk geacteerd, met een heerlijk plot en montage en een indringende soundtrack. De behavourial science unit waarin Starling werkt is ooit bedacht in de periode die door Mindhunter wordt belicht, maar het is maar de vraag of deze unit ooit iets zal begrijpen van Hannibal Lecter. Die zit ergens op Haiti, nagenietend van een maaltijd waarin Benjamin Raspail (Lecters eigen duivel) voor-, hoofd- en nagerecht is.