Nooit eerder gezien, deze toch best wel klassieke film. Klassiek omdat Vanishing Point vaak opduikt in artikelen, lijstjes en essays over mythische films die iets zeggen over een verdwijnend tijdperk of over eenzame helden die strijden tegen het establishment en de oprukkende beschaving.

Barry Newman speelt de rol van ex-agent, ex-coureur en Vietnamveteraan Kowalski. Hij heeft een baantje als auto-afleveraar. Met hulp van speed houdt hij het dagen vol om met topsnelheid door het desolate Amerika te scheuren. Zijn laatste klus is het afleveren van een witte Dodge Challenger R/T (een opgevoerde versie) van Denver naar San Francisco, binnen vijftien uur. Onderweg stuit Kowalski onder andere op een ratelslangenjager, een religieuze sekte, homoseksuele lifters en meerdere hippies op choppers, terwijl hij achtervolgt wordt door een steeds groeiende schare politieauto’s. Op afstand moedigt een blinde DJ hem aan, zijn luisteraars opzwepend om Kowalski te zien als de laatste van een generatie.

Vanishing Point is een wat pretentieuze film die niet echt iets te zeggen heeft, met een nogal doodse Newman als lead. Zijn confrontaties met de politie, de ontmoetingen onderweg en de flashbacks naar zijn verleden zijn eigenlijk het minst interessant. Het gaat toch vooral om die witte Dodge die als een dik potlood op papier sporen trekt door een maagdelijk landschap. Als de auto op topsnelheid door het lege Colorado, Utah en Californië scheurt, met een steeds hoger vliegende camera die het racemonster van afstand waarneemt, stijgt Vanishing Point boven de middelmaat uit. Dan voel je echt even dat er hier iets magische gebeurt.