Ik zag Call Girl tijdens het IFFR in 2013. Ik was destijds flink onder de indruk en wilde de film nog wel eens herbeleven. En ook nu komt dit verhaal van een seksueel losgeslagen land in de vrijgevochten jaren 70 flink binnen. Het verhaal kende ik nog dus ik kon me meer concentreren op de diepere verbanden en het inventieve camerawerk van Hoyte van Hoytema.

Call Girl laat zien hoe schizofreen het vrije Zweden functioneerde destijds met veel aandacht voor kansen voor de werkende vrouw aan de ene kant en minachting van minderjarige meisjes en welig tierende prostitutie aan de andere. In 1969 en 1970 werd pornografie gelegaliseerd in Denemarken en Zweden en seks in het openbaar werd toegestaan. Dit met het argument dat dit misbruik zou voorkomen en de nieuwsgierigheid naar dit onderwerp in zou dammen. Maar het tegenovergestelde effect werd bereikt en al snel waren er meldingen van minderjarigen die in seksclubs werkten en naakt gefotografeerd werden. Zo ontstond er een porno-industrie in landen die sowieso al bekend stonden als uiterst liberaal als het om seks ging, denk aan films als I Am Curious (Yellow) in 1967 en opvolger Blue in 1968.

Call Girl is gebaseerd op de Geijer-affaire waarin politicus Lennart Geijer en andere hooggeplaatsten seks hadden met minderjarige prostituees, die werden aangeleverd door hoerenmadam Doris Hopp. Het feit dat ze er seks mee hadden was niet eens het issue maar wel dat ze in hun extase wellicht staatsgeheimen prijs zouden geven. Iets soortgelijks schijnt later in Belgie ook te zijn gebeurd, al is dat nooit bewezen (zie de serie 1985.) De film beslaat de periode van vijf maanden voor de Zweedse verkiezingen in 1976, toen er een einde kwam aan 44 jaar sociaaldemocratisch bewind. Iris en Sonja zijn twee veertienjarigen die thuis niet te handhaven zijn en in een jeugdzorginstelling ergens in de bossen van Stockholm worden geplaatst. Een tehuis waar het gezag echter ver te zoeken is en waar de meiden al snel ontsnappen naar de stad. Ze komen in contact met een man die ze wel wil betalen als ze naakt voor hem willen dansen. En zo begint de afdaling. Ze worden geintroduceerd bij Dagmar Glans, een zakenvrouw die seks regelt voor welgestelde mannelijke klanten, waaronder politieagenten en hooggeplaatste ministers. Tegelijkertijd krijgt de jonge rechercheur John Sandberg de opdracht om Dagmar te onderzoeken, maar hij is zich niet bewust van de omvang van haar operatie.

Wat Call Girl in eerste instantie zo dramatisch maakt is de hang van twee nogal eenzame tienermeisjes naar volwassenheid en de manier waarop dat verlangen wordt getorpedeerd door vrijwel alle volwassenen waar ze mee in aanraking komen. Aanvankelijk is dat best spannend maar als Dagmar Glans ze vleit, champagne aanbiedt en langzaam uitkleedt, begint dit al te schuiven. En dan gaat het verder. Ze betreden de wereld van de prostitutie vanwege de opwinding en het gebrek aan geld, maar ook omdat ze tieners zijn die bevestiging zoeken en onzeker zijn over hun seksualiteit. Regisseur Mikael Marcimain (Tinker Tailor Soldier Spy) filmt dit alles vrij neutraal en laat het aan de kijker om te concluderen hoe vreselijk fout dit allemaal is. Overigens hebben de mannen door wie ze misbruikt worden dan wel veel macht, maar ze komen vooral over als vrij treurige types die weinig plezier lijken te ontlenen aan dit misbruik.

Het perspectief van de meisjes vormt de ruggengraat van de film, maar het gaat ook over het politiewerk en over politieke intriges. Op die momenten wordt Call Girl een paranoiathriller met afgeluisterde telefoons, nachtelijke afspraken in parkeergarages, auto’s in de stromende regen en uitzicht over de daken van Stockholm. De stad is het bolwerk van de macht, een omgeving waar zich onaantastbaar wanende machthebbers kunnen doen wat ze willen en waarin de tieners volkomen machteloos zijn. Ze dienen om feestjes op te leuken door te dansen en op de schoot van rokende en drinkende mannen in pak te gaan zitten. John Sandberg gaat zich intussen realiseren hoe gecorrumpeerd de wereld is die hij onderzoekt en dat het wel eens heel moeilijk kan worden om de top van de pyramide te raken.

Call Girl is een rechstreekse aanval op het positieve nationale zelfbeeld van Zweden, een land dat onder het mom van ‘alles moet kunnen’ de meest kwetsbaren in de samenleving voor de leeuwen gooide. Wie daar precies bij betrokken waren, wordt niet duidelijk overigens. De film houdt het bewust vaag, ook wie degenen zijn die het onderzoek van Sandberg frustreren. Maar die historische connectie geeft de film wel zijn explosieve kracht. De film suggereert dat zelfs de sociaaldemocratische premier seks met de prostituees van Glans gehad zou hebben, maar expliciet wordt dit niet. Toch waren de erven van Olof Palme, de echte premier destijds, not amused. Ze eisten dat er een scene verwijderd zou worden. Dat ze boos zijn is wel te begrijpen. De in 1986 vermoorde Palme is bijna een heilige in Zweden, een man die ontzettend veel heeft betekend voor het land en een symbool is geworden van alles wat er goed is aan de sociaaldemocratie. Ook was hij een uitgesproken voorstander van vrouwenrechten, een standpunt dat nogal botst met het onderwerp hier.

Pernilla August is geweldig in de rol van Dagmar Glans, de enige vrouw in de film die macht heeft. Haar tegenpool is de goedhartige, naïeve directrice van de jeugdzorginstelling, die formeel macht heeft maar niet in staat is de meiden te controleren. Haar goedheid staat haar in de weg en is ook een symbool voor de samenleving als geheel. Hoyte van Hoytema vangt dit alles met een prachtige mix van close-ups, afstandsshots en blocking shots in warme tinten die passend zijn voor het tijdperk vol strakke jeans, overdadige make-up, bloemengordijnen en sigarettenrook. Call Girl speelt zich af in de jaren 70 en er is sindsdien veel veranderd als het gaat om sekswetten, verkrachting, prostitutie en kindermisbruik. Maar het is er natuurlijk nog steeds en ook de wet dat hoe hoger een misbruiker in de pyramide zit, hoe moeilijker het wordt om die echt aan te pakken, geldt nog steeds. Denk maar aan Donald Trump.