Er waart een spook door Duitsland. Een spook zonder vorm, zonder ledematen of contouren en zonder gezicht. Het is een oud spook. Al eeuwen lang waart het rond, zoekend naar burgers waarin het zich kan nestelen. Hoe meer hoe beter. Als het voldoende troepen verzameld heeft begint het te roepen. En te schreeuwen. Door de kelen van die burgers, hun stem gebruikend en steeds met wisselende woorden. Maar met altijd dezelfde boodschap.

Soms is het spook jaren stil. Wachtend op zijn kans verschanst het zich in de harten van die eenlingen die altijd aan haar kant staan. De getrouwen, de loyale volgelingen. Het spook is blij met ze maar het weet dat hun aantallen te klein zijn om gehoord te worden. Maar inmiddels weet het ook dat die groep zomaar ineens enorm kan groeien. Meestal omdat het slecht gaat, banen verloren gaan en de armoede groeit. Razendsnel gijzelt het die groep en laat ze de straat op gaan. De eeuwenoude boodschap schreeuwend die het spook kan dromen, maar waar het nooit genoeg van krijgt.

In Duitsland is het dit keer niet nodig maar vaak maakt het spook gebruik van een handlanger. Een leider die ze voor haar kar kan spannen en die de woorden met zoveel overtuiging kan brengen dat de troepen tot enorme grootte groeien. In Duitsland was het zo eerder zeer succesvol en ook in Nederland ging het lang de goede kant op. Nu is het weer wat stiller maar gelukkig is de vijver daar groot. Binnenkort komt er vast een nieuwe kans. Wel jammer is dat de leiders die het kiest nogal de neiging hebben om dood te gaan. Vaak twijfelt het of het wel met die marionetconstructie door moet gaan. Als de troepen geen leider hebben, is er immers geen hoofd om af te hakken. De boodschap kan dan langer actief blijven. De harten besmettend van iedereen die de woorden hoort. Het is minder effectief maar ook minder foutgevoelig.

Het laatste project in Duitsland is een goed voorbeeld. Die brave burgers hebben hun beweging een spannende naam gegeven: Pegida. Ze doen maar, denkt het spook. Zolang ze maar de straat op gaan. Met begerige ogen kijkt het naar de buurlanden. Met die toestand in Parijs heb ik niks te maken, maar ik moet zeggen dat het me wel erg goed uit komt. Ik moet wat schaven aan die boodschap en de burgers een beetje om de tuin leiden, maar dan zou dit wel eens een heel vruchtbare bodem voor nieuwe successen kunnen zijn. Zou ik Nederland opnieuw kunnen mobiliseren? Ze gaan nu wel de straat op voor de tegenstander, maar dat zakt wel weer weg. Dan gaan ze nadenken over hun eigen hachje. Dat is het moment dat ik ze pak. Die stille Oostenrijkers ben ik al een paar jaar kwijt, maar ik denk dat ik ze eens een bezoekje ga brengen. Ook daar moet wat te halen zijn. In Denemarken, Griekenland en Hongarije loopt het wel lekker, dat laat ik even zo. Dat geldt eigenlijk ook wel voor de Britten. Dat eiland waarop ze met z’n allen zitten helpt wel. Wel jammer dat ze zo beschaafd zijn.

En de Fransen? Ach, de Fransen. Die zijn allemaal van slag en niet in staat zich in mijn positie te verplaatsen. Maar dat gaat komen, ik weet het zeker. En dan heb ik ook nog hulp van een leider die van wanten weet. Haar vader kon er trouwens ook wat van. Jammer dat hij zo heetgebakerd was. Tevreden mijmert het spook over toekomstige successen. Het zijn mooie tijden.