Dat dit een relaunch is van zowel de actieheldcarrière van Keanu Reeves als van het wraakfilmgenre, zoals in een aantal media wordt beweerd, gaat wat ver. Maar de eenvoud waarmee John Wick op pad gaat en tegenstanders systematisch uit de weg ruimt heeft wel wat.
Wick is een hitman die met pensioen is maar nog een keer, voor hemzelf en niet voor een opdrachtgever, een klus moet doen. Dat is natuurlijk een cliché van jewelste maar het leuke van John Wick is dat de film zich daar ook bewust van lijkt. Deze John woont in een modernistische villa zonder veel leven erin, heeft een vrouw verloren waarvan hij heel veel hield, rijdt in een oude Ford Mustang en is altijd gekleed in het zwart. Voorspelbaarder kan niet. De plot is al even lachwekkend: zijn Mustang wordt gestolen en het hondje dat hij van zijn overleden vrouw kreeg gedood. Door een verwend Russisch maffiazoontje. Zelfs dat laatste personage is tegenwoordig een cliche. Maar daardoor krijgt de film alle ruimte om de wraaktocht van Wick te tonen. In een kille emotieloze stijl, heel passend bij de flegmatieke acteur, ruimt Wick iedereen uit de weg die hem doet herinneren aan dat dode hondje. In heerlijk gechoreografeerde gevechtsscenes moordt Keanu Reeves zich door tientallen Russen heen om te eindigen met de grote baas zelf. Een gepast cliché-einde aan een met veel plezier en stijl gemaakte clichéfilm.