Ik heb een zwak voor biopics. Of verfilmingen van een deel van iemands leven. Het is alsof je een documentaire kijkt maar dan in gedramatiseerde vorm. Heel goede films zijn het meestal niet omdat er vaak veel verteld moet worden en karakterontwikkeling en onverwachte elementen er wat bij in schieten. Het drama moet komen van het leven dat iemand geleid heeft.

The Founder begint in 1954, als Ray Croc al in de vijftig is en gesetteld als redelijk geslaagd verkoper van van alles en nog wat. Maar er zit meer in denkt hij. Bij toeval brengt hij een bezoek aan een fastfoodrestaurent van twee broers dat een unieke manier heeft om hun zaak als een dolle te laten lopen. Croc overtuigt de broers om hem hun zaak uit te laten breiden in de vorm van franchise vestigingen. De rest is geschiedenis. McDonald’s groeide uit tot een enorm bedrijf en Croc werd schatrijk. De broers verdwenen in de vergetelheid.

Michael Keaton is sterk als de charismatische maar ook gedreven en uiteindelijk meedogenloze Ray Croc. Keaton schept een personage dat je meeneemt maar ook af stoot. Voor de rest is The Founder een nogal brave en conventionele film. Deels komt dat door het exposé dat nou eenmaal nodig is een biografische film, maar los daarvan wordt er nergens iets spannends geprobeerd. Niet qua plot maar ook niet qua filmische mogelijkheden. Niettemin blijf ik gefascineerd kijken naar dit schoolvoorbeeld van de kracht van het kapitalisme. Een kracht die mogelijkheden schept maar ook levens vernietigt.