Heel diepgravend is het niet maar deze miniserie over de opkomst van een vrouwelijke schaker in een door mannen gedomineerde wereld in de jaren zestig kijkt wel heerlijk weg. Dat komt in eerste instantie door de sterke hoofdrol van Anya Taylor-Joy. De manier waarop ze Beth Harmon portretteert is een fijne mix van teruggetrokkenheid, onaangepastheid en vastberadenheid. Harmon is een fictief personage maar voor de serie is dat juist een voordeel. Wel zijn er duidelijk parallellen te ontdekken met Bobby Fischer, die andere jonge en eigenzinnige schaakkampioen die de wereld versteld liet staan en de Russen versloeg in een tijdperk waarin dit onmogelijk leek.

In flashbacks wordt verteld hoe Beth al op jonge leeftijd haar ouders verloor en in een weeshuis belandde. Daar leerde ze schaken van de conciërge maar raakte ook verslaafd aan kalmeringsmiddelen. Wat volgt is een reis naar volwassenheid en naar de top van de schaakwereld. The Queen’s Gambit heeft een heerlijke retro-feel en geeft een fijne blik op een ander tijdperk en op een wereld die niet bij velen bekend is. Maar het is vooral één grote reclame voor het schaken. De serie maakt duidelijk hoe fascinerend deze sport is, zonder al te zeer in jargon te vervallen.