Eind jaren negentig worden Calum (30) en Sophie (11) tijdens hun vakantie in Turkije voor broer en zus aangezien. Jeugdig is Calum zeker, maar het komt ook door de gemakkelijke en samenzweerderige manier waarmee vader en dochter met elkaar om gaan. Hoewel zijn opvoedingsvaardigheden af en toe haperen, probeert Calum zijn dochter altijd te beschermen tegen een persoonlijke wanhoop die hem ook tijdens deze vakantie geregeld overvalt. Jaren later probeert Sophie, nu waarschijnlijk net zo oud als haar vader toen, het beeld van haar getroebleerde vader compleet te krijgen. Maar ze is afhankelijk van haar wazige jeugdherinneringen en het videomateriaal dat ze als 11-jarige met een camcorder heeft opgenomen.
Het is nauwelijks te geloven dat dit het speelfilmdebuut is van de Schotse filmmaakster Charlotte Wells. Ze combineert elliptische, bijna abstracte impressies van een gemankeerde vader-dochterrelatie met scherpe observaties van Britten die in buitenlandse resorts toch zoveel mogelijk Brits blijven. De goedkope hotels, het treurige entertainment en de algehele lamlendigheid storen Sophie echter niet. Ze is vooral blij dat ze zoveel tijd met haar vader doorbrengt. Haar ouders zijn gescheiden en het is onduidelijk waarom het mis is gegaan. Ze klaagt bij haar moeder dat papa zoals gewoonlijk raar doet. Hij danst op het balkon en oefent met Tai Chi. Ze beklaagt zich bij hem dat hij dingen belooft die hij nauwelijks kan betalen en zelden kan waarmaken. Waarom geeft hij al zijn geld uit aan een zomervakantie? Waarom zegt hij ‘ik hou van je’ tegen haar moeder als ze niet meer samen zijn? Waarom beantwoordt hij Sophies vraag ‘Wat dacht je dat je zou worden toen je 11 was?’ met een hardnekkig stilzwijgen?
Sophie heeft gelukkig meer om zich druk over te maken. Zo zijn er de interessante tienermeisjes en jongens die om elkaar heen draaien en drankspelletjes doen, kan ze best goed poolen, en leert ze een leeftijdsgenoot kennen die haar wel leuk vindt. De problemen van haar vader gaan vooral over haar hoofd heen en worden geregistreerd door de kijker. Heel helder worden die overigens nooit. Letterlijk niet maar figuurlijk ook niet. De verzadigde camerabeelden, de bijzondere hoeken en de altijd net niet strakke kaders vormen een metafoor voor zijn gemoedstoestand maar ook voor het perspectief van de jonge en oude Sophie. Ook die laatste zal het niet lukken om een sluitend beeld van haar vader te construeren.
Onder de warme band tussen vader en dochter ligt een diepe onuitgesproken droefheid, die soms aan de oppervlakte komt. Zoals in het lang aangehouden shot van de donkere oceaan die een dreiging uitstraalt die parallel lijkt te lopen met het lot van Calum. Wells is slim genoeg om haar kijkers daarover geen duidelijkheid te geven. Ze zet de oudere Sophie voor een scherm met haar vakantievideo’s zoals ze het publiek voor haar film zet. Net als Sophie kunnen we proberen het te ontrafelen, maar we moeten leren accepteren dat we nooit een bevredigend antwoord zullen krijgen. Ongrijpbaarheid is in veel opzichten het thema dat de film onderzoekt. De ongrijpbaarheid van de jeugd, van herinneringen, van relaties, van geluk en van het leven.
Paul Mescal weet de mengeling tussen de liefde voor zijn dochter en de droefenis die in hem zit prachtig neer te zetten. Calum is een man die in de kracht van zijn leven is, maar ook kwetsbaar is en durft te zijn. Hij is ontevreden over zijn situatie, maar weet wanneer hij dapper moet zijn voor Sophie. Frankie Corio laveert geweldig tussen aan de ene kant kind zijn maar ook weten wanneer ze een tandje bij moet zetten als haar vader steun nodig heeft. Aftersun is een prachtig pareltje over de gelukzaligheid van de jeugd en de daarmee verbonden onschuld, maar ook de tragiek die zich voortdurend aan zou kunnen dienen. Geholpen door een geweldige chemie tussen de twee hoofdrolspelers.