Stellet Licht begint met een hypnotiserend openingsshot van de zonsopkomst boven Chihuahua. Een fenomenaal begin, maar ook een illustratie van de technische bravoure waarmee regisseur Carlos Reygadas te werk gaat. Een illustratie van het ritme van de natuur waaraan de personages onderworpen zijn, en een directe verwijzing naar de bijbelse eerste dag in Genesis. En er was licht.

Het verhaal speelt zich af binnen een Mennonietengemeenschap in Noord-Mexico. Johann bedriegt zijn vrouw Esther met een andere vrouw, Marianne. Hij is verliefd op beiden en wordt verscheurd door zijn botsende gevoelens. Een klein en bijna terloops plot, maar in de manier waarop Reygadas het vertelt boort hij laag op laag aan van symboliek, metaforen en uiteindelijk betekenisgeving. Door het onder de Mennonieten te situeren creëert hij een omgeving waarbinnen volledige focus op het liefdesconflict mogelijk is. Iedereen is gelijk en er is geen enkele afleiding van sociaal-cultureel opgelegde denkpatronen.

Vanwege het dwingend lage tempo dat Reygadas hanteert, gaat de kijker vanzelf in een interpreterende rol zitten. Elk shot, hoe onbetekenend ook, lijkt door de nadruk alsnog betekenis te krijgen. Voortdurend schieten de vragen door je hoofd. Een klok tikt, het graan wuift, een lang aangehouden close-up vult het frame, een enorme regenbui barst los, enzovoort. Telkens komt de vraag op: “wat betekent dat?”. Dat Reygadas in diverse interviews heeft gezegd dat hij zich verre van symboliek houdt en dat elk shot dat als zodanig wordt geïnterpreteerd de verantwoordelijkheid van de kijker is, maakt dan niet meer uit. Het gebeurt toch.

Authenticiteit
Volgens Reygadas kan de waarheid in film niet verteld worden met acteurs, en zijn er voor ‘echte’ gevoelens ook ‘echte’ mensen nodig. Net als met Japón en Batalla en el cielo heeft hij lang gezocht naar de juiste authentieke spelers. In dit geval bleek dat nog veel lastiger omdat hij niet alleen op persoonlijk niveau mensen voor zich moest winnen, maar ook een hele gemeenschap moest overtuigen van het belang van het hen onbekende fenomeen ‘film’. In de traditie van Robert Bresson, die in zijn oeuvre steeds met een cast van non-professionele acteurs werkte, levert dat uiteindelijk een onevenwichtig resultaat op: juist door die ‘amateurs’ is het vaak lastig om in de emotie te geloven en niet te denken aan de aanwijzingen die Reygadas z’n acteurs heeft gegeven. De nadruk ligt daardoor nog sterker op de filmesthetiek, en identificatie is hier vervangen door authenticiteit. Die overigens weer prachtig contrasteert met het melodramatische einde, waarin een leap of faith van de kijker gevraagd wordt die door de lange en voortdurend van betekenis zwangere aanloop toch volkomen logisch is.

De film gebruikt een minimaal aantal camera set-ups, het grootste deel vanuit een vast standpunt. De langzame landschaps-pans suggereren van alles, maar duiding daarvan blijft steeds aan de kijker. Het openingsshot (zonsopkomst) en het eindshot (zonsondergang) vormen al een voorbeeld van de elliptische structuur die wordt gehanteerd, maar de film staat bol van dergelijke cirkelende camerabewegingen. De sporadische handheld shots lokken, juist door die beperking in aantal, weer interpretatie van die keuze uit. Ook hier schiet de regisseur soms door in spierballenfilmerij, maar weglaten van deze bravoure zou je als kijker weer beroven van de prachtigste scènes, hoe overbodig die ook zijn voor de narratief. Daarnaast kiest hij ook vaak voor een vast focusgebied, met een aantal prachtig gechoreografeerde scènes waarbij de personages soms in en soms uit focus zijn. Met minimale middelen wordt zo de nadruk gelegd waar die nodig is. De naturalistische geluidsband (loeiend vee, hondengeblaf, stromend water) draagt daar ook sterk aan bij.

Mythes en referenties
Dit is filmkijken teruggebracht tot de essentie. Een ervaring die in tijden van filmische bombast, een moordend montagetempo en digitale manipulatietechnieken in één klap terugwerpt op waar het in film ooit om te doen is geweest. Reygadas vertelt met visuele en auditieve middelen een ogenschijnlijk simpel verhaal, dat door het camerawerk en de interpretaties van de kijker aan talloze mythes en filmische referenties (de al genoemde Robert Bresson, Ingmar Bergman, Carl Theodor Dreyer, John Ford, Terence Malick, de Dardenne-broers) weet te raken. De critici die Reygadas na zijn eerste twee films bombardeerden tot een ‘controverse!’-schreeuwende relschopper, worden het zwijgen opgelegd.

Stellet Licht is een overrompelende en wonderschone film die zichzelf in een lange traditie plaatst en tegelijkertijd vernieuwend is, uitnodigt tot meerdere kijkbeurten, en die het geloof in cinema als kunstvorm weer nieuw leven weet in te blazen.