De invloed van Kevin Williamson, scenarist van onder meer Scream, Scream 2, Scream 3 (!), The Faculty, Teaching Mrs. Tingle, en I know what you did last summer, heeft ertoe geleid dat het zo traditionele genre van de ‘teenage horror‘ weer volle zalen trekt. Het grote verschil met de films uit de jaren 50, denk aan I was a teenage werewolf, I was a teenage Frankenstein, Teenage monster en Blood of Dracula, is de grote mate van ironie die deze films kenmerkt. Williamson schrijft eerder parodieën op het genre, dan echte horror te maken. Dat leidt tot vele moorden, maniakale psychopaten, emmers bloed, en voortdurend in paniek rondrennende tieners. Hoe amusant ook, met horror heeft het weinig te maken.

De lange geschiedenis van ‘griezelfilms’ (mooi woord is dat toch) die wel eng zijn, bewijst de potentie van horror als cinematografisch medium. De nadruk bij enge films moet liggen op suggestie en de inherente paranoia van het publiek. En daarvoor zijn meestal slechts minimale middelen nodig. Daarom was het al tijdens de hoogtijdagen van de stomme film mogelijk horror te maken.

En was er reeds in de jaren 30 een eerste artistieke piek van het genre waarneembaar. Dracula, Frankenstein, Bride of Frankenstein en Freaks zijn de vroege toppers. Dat ook dit genre zich constant vernieuwt wordt mooi geïllustreerd met de uitvinding van de steadicam. Deze, door een arm met contragewichten ondersteunde, camera maakte het voor de directors of photography mogelijk hun onderwerp van nabij te volgen. Ook kon de camera als personage ingezet worden, door al lopend, rennend of sluipend scènes vast te leggen. We zien de wereld door de zoeker van de camera. Een goed voorbeeld van een effectief gebruik hiervan is Halloween.

Recente ontwikkelingen op het gebied van digitale camera’s stuwen de mogelijkheden alleen maar voort. Voortaan is het mogelijk hele films ‘hand held’ te draaien. Dat heeft geleid tot een film als The blair witch project. Hierin vormen zeer hectische camerabewegingen, een grove korrel en een weinig subtiele montage essentiele onderdelen van de spanningsopbouw.

Een andere recente horrorfilm, of psychologische thriller, is The sixth sense. De kracht van deze film zit echter vooral in het verhaal en de originele plottwist daarin. In dit geval vormen het ontbreken van visuele effecten, monsters en gillende tieners, en een laag tempo geen belemmering voor een boeiend en beangstigend verhaal.

Bruce Willis, die hierin bewijst nog wel iets meer te kunnen dan zich met een stoïcijns gezicht uit de meest benauwende situaties te redden, speelt kinderpsychiater Malcolm Crowe. Deze, voorheen zo succesvolle, analyticus heeft het geloof in z’n vak en eigen kunnen verloren. Dat uit zich in een immer aanwezige droeve blik, die de kijker meevoert in de krochten van de ellendige verhalen waar hij in zijn vak mee te maken krijgt. Zo zijn we getuige van de wraak van een voormalig patient wiens behandeling niet succesvol was.

Crowes laatste ‘case’ slaat alles. De achtjarige Cole heeft een groot geheim: hij ziet de doden. Hoewel ze voor de gewone mens niet te zien zijn wordt Cole, en ook de kijker, er dagelijks mee geconfronteerd. Het schrijnende van deze doden is dat ze niet beseffen dat ze niet meer bestaan, en daardoor eenzaam en verward ronddolen. Dat gegeven, gecombineerd met het oprechte acteren, de beheerste regie van debutant M. Night Shyamalan en het sfeervolle camerawerk van Tak Fujimoto, leveren een melancholieke en meeslepende film op. Er zijn zeker een aantal tekortkomingen op te noemen, denk aan het weinig originele ‘er is meer tussen hemel en aarde’ thema, maar als geheel overtuigt meneer Shyamalan.

Hoewel The sixth sense op het eerste gezicht een thriller is, valt de typering als horror goed te verdedigen. De diepgewortelde angst voor de dood, de daarmee samenhangende paranoia jegens het onbekende en het balanceren tussen de levenden en de doden, vormen aspecten van de film die daar op wijzen. Het verrassende einde, waardoor de kijker in verwarring de zaal uitgaat en een verhitte discussie achteraf gegarandeerd is, doen daar nog een schepje bovenop.