4/5 

Deze leuke maar niet erg bekende western stond vorig jaar ineens in de schijnwerpers toen Paul Verhoeven ‘m liet vertonen als slotfilm voor zijn optreden bij Zomergasten. Wat Vera Cruz zo’n fijne film maakt is de knappe afwisseling tussen actie en humor, de spiegelende personages, de heerlijk losse vertelstijl en het prachtige camerawerk.

Toen de film uit kwam in 1954 was het wel anders gesteld met de faam. De tagline was: “The Giants Battle in the Biggest Spectacle of Them All!,” en dat geeft een aardig beeld van de verwachtingen van het marketingteam. En een spektakel bleek het ook. Fraaie Mexicaanse landschappen, vele kleine en grote vuurgevechten en twee van de grootste sterren: Gary Cooper en Burt Lancaster. Ook regisseur Robert Aldrich had naam gemaakt en zijn film mag dan wat in de vergetelheid zijn geraakt, baanbrekend was Vera Cruz in meerdere opzichten. Het is eigenlijk de allereerste Spaghetti western. Door de setting, de Mexicaanse vrijheidsstrijd van de Juaristas tegen de Oostenrijkse (!) keizer Maximiliaan, met huurlingen die achter het goud aan zitten en een centraal thema dat niemand in deze wereld te vertrouwen is. Cooper en Lancaster vertegenwoordigen de twee kanten, goed in witte hoed en slecht in zwarte, van dezelfde cowboymedaille.

Het venijn zit ‘m er hier in dat ook de goede cowboy voor geld te koop is, al heeft hij wel z’n grenzen. De film voegt een nieuwe dimensie toe aan door omstandigheden afgedwongen partnerschappen, waarbij het bedrog van de een al snel gevolgd wordt door dat van de ander. Themas die later terug zouden keren in het werk van Sergio Leone en andere regisseurs uit het genre.